m
Op de grafiek zijn lijnen getrokken die een zekere
verhouding tussen de informatiedichtheid van beleids-
legenda en ondergrond aangeven. Van de meeste
kaarten heeft de ondergrond een kleinere informatie
dichtheid. Bij veel kaarten is het de helft of minder
van de informatiedichtheid van de beleids- en inter
mediaire laag. Dit voldoet wel aan het verwachtings
patroon dat voltooide beleidskaarten, aan het eind
van het planproces, een summiere ondergrond hebben.
Het is geen wet van Meden en Perzen dat alleen
déze verhouding een goede kaart oplevert. De kaart
van het Structuurplan Maastricht 2005 (figuur 4.14)
laat dit zien. De informatiedichtheid van de ondergrond
is groter (hoewel niet veel groter) dan die van de
beleidslaag. Door de ondergrond in grijsdruk weer
te geven en een tekentechniek te hanteren die bekend
staat als "opwerken4 komt de in heldere kleuren en
stevige lijnen neergezette beleidsboodschap toch
goed tot zijn recht.
Informatiedichtheid is in beperkte mate een aanduiding
voor de kwaliteit van kaarten. In eerste aanblik zijn
alle vijf de kaarten in figuur 4.15 van bovengemiddelde
kwaliteit. Toch zijn er wel verschillen aan te merken.
De visiekaart bij het POP-Groningen (2001, figuur
4.16) heeft een abstracte legenda, een lage informa
tiedichtheid in zowel beleidslaag, terwijl de onder
grond er nagenoeg mee is versmolten. De lijnvoering
van infrastructuur is soepel en eerder indicatief dan
topografisch correct. De kaart gaat wel heel ver in
deze richting: een deel van de beleidsboodschap is
als metaforen in de vorm van teksten in de kaart gezet,
die iets over verschillende gebieden zeggen (wat men
zich precies bij "boeren met wijde blik" moet voor
stellen is overigens de vraag). Het geheel maakt een
evenwichtige indruk.
4.14 Structuurplan Maastricht (detail)
4.13 Streekplan West Overijssel(detail)
de legenda van nederland
4. Deze techniek ondermeer gehanteerd door landschaps
architecten en stedebouwers. Het komt erop neer dat men
tracht open ruimtes en bebouwde of groene massa's die op
de schaal van het plan van belang zijn te accentueren door
van objecten op een lagere schaal alleen de zijden te
tekenen die bijdragen aan de continuïteit en begrenzing
van die massa's en ruimtes. De kunst van het weglaten in
optima forma! Overigens is deze techniek schaalgebonden.
De eenheid die gesuggereerd wordt moet in het veld wel
beleefbaar zijn, stilstaand of bewegend. De stad als geheel
lijkt de bovengrens.