4.15 Kaarten en informatiedichtheid 4.16 POP Groningenvisiekaart (detail) De kaart van Stedenland mist dat evenwicht. Dit is te wijten aan de keuze om het infrastructuurnetwerk en de stadscontouren fijnkorrelig, fijnmazig en topogra fisch correct aan te duiden, terwijl de beleidsuitspraken over het landelijk gebied of landsdelen niet meer dan een uiterst indicatieve contour hebben. De grote hoeveelheid informatie in het buitenland trekt ook relatief veel aandacht. 4.3.3. Informatiedichtheid zegt niet alles; interactie tussen lagen De "Blokjeskaart" uit de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening (1966, figuur 4.17) is op te vatten als een prototype van ruimtelijke ordeningskaarten op rijks niveau. De "blokjeskaart", die het concept van gebun delde deconcentratie helder weergaf, mag gerust als zeer innovatief worden gekenschetst. De kaart heeft vier groepen legenda-eenheden. De eerste groep is die van de (stedelijke) kernen die de kaart zijn bijnaam heeft bezorgd. De tweede is het infrastructuurnetwerk. Beide zijn abstract getekend en domineren door hun kleur en intensiteit de kaart. De derde groep, waarbij landschap en natuur op één hoop werden geveegd tot "parken" met een landelijke, regionale of stadsgewestelijke betekenis, is topo grafisch veel correcter weergegeven. Dat geldt ook voor de legenda-groep in de ondergrond, die in grijsdruk de landschapsstructuur van 1960 weergeeft. Wat opvalt is dat elke groep een consequente tekenstijl heeft. Alleen met grootschalig haven- en industrieterrein (Amsterdam, Rotterdam) en glastuinbouwgebied wist men kennelijk geen raad. Deze zijn in tegenstelling tot de rest van de 'stedelijke' legenda, topografisch correct ingetekend. Een en ander laat de schaalgebondenheid van de tekenstijl van legenda-eenheden mooi zien: uitspraken over de aard van verstedelijking (de "ruimtelijke een heden") werden op de schaal van Nederland als generiek, niet-plaatsgebonden opgevat. Ze volgden uit heersende opvattingen over stedebouw (de tuin stadgedachte bijvoorbeeld) en stadsgewesten en niet over bovenregionale ruimtelijke ordening. Het (zeer dichte) netwerk van nationale verbindingen lijkt als zodanig een toevoeging achteraf 5. 45 de legenda van nederland L beleidseenheden, intermediaire eenheden H 5. Los van het schrikbeeld dat dit nu oplevert, kan dit als een zwak punt van de nota worden opgevat. Maar een inhou delijke beoordeling van de kaarten is hier niet aan de orde.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 53