wel en is er niet eerder sprake van een verstedelijkte
Noord- en een Zuidvleugel? Om met Denis Wood te
spreken "The historian's problem is everybody's pro
blem: our willingness to rely on the map is commen
surate with our ability to suspend our disbelief in its
veracity, but this amounts to a willingness to accept
the map as an eye where the eye too no more than
selectively brings into being a world that is socially
constructed." (Zie overigens ook figuur 5.1.)
Het is al moeilijk genoeg om de 'werkelijk bestaande
wereld' (lees: de topografische werkelijkheid, d.w.z.
de afbeelding van de fysieke verschijningsvorm)
geloofwaardig in kaart te brengen. In een kaart die
als ondergrond in zoveel mogelijk voorkomende
gevallen bruikbaar moet zijn, moet vermeden worden
dat de echte ondergrond 'vervuild' raakt met discuta
bele 'social constructs'. Dit soort informatie - hoe nuttig,
zinvol en noodzakelijk vaak ook om de beleidsbood-
schap over te kunnen brengen - behoort tot het domein
van op zijn minst de intermediaire laag of maakt
onderdeel uit van de beleidslaag zelf. In de echte
ondergrond hoort alleen een cartografisch en inhou
delijk (d.w.z. de beleidsboodschap ondersteundende)
verantwoorde selectie thuis van feitelijke topografische
gegevenheden, met hoogstens een beperkt aantal
algemeen aanvaarde 'social constructs' zoals lands
grenzen.
Een echte ondergrond is dus 'clean': de enige keuzen
betreffen welke legenda-eenheden, welke schaal en
welk detailleringsniveau gebruikt gaat worden om de
over te brengen (beleids)boodschap zo helder moge
lijk over te dragen aan de doelgroep.
Een dergelijke schone ondergrond - in ons geval op
landelijk en landsdelig niveau - is echter pas bruikbaar
voor cartografen, beleidsambtenaren, ontwerpers,
insprekers of scholieren, als tegelijkertijd ook in carto
grafische vorm de informatie geboden wordt die de
gebruiker nodig heeft om een vraag te interpreteren,
onderzoek uit te voeren of een boodschap over te
brengen. Informatie die zowel uit de (analytische)
GIS-wereld als uit de (conceptuele) ontwerp-wereld
afkomstig kan zijn. En een ondergrond waarop zowel
in een GIS-omgeving als in de ontwerpwereld verder
gewerkt kan worden.
56
Waar in hoofdstuk 3 - zij het in de zijlijn - al geconsta
teerd is dat de topografische kaart in feite het inter
mediair vormt tussen enerzijds GIS en anderzijds het
vrije ontwerp, nemen wij deze positie voor het kunnen
samenstellen van een geschikte ondergrond op lande
lijk en landsdelig niveau opnieuw als uitgangspunt
(zie figuur 5.2).
In essentie stellen we voor een algemeen cartografisch
gereedschap, d.w.z een eenvoudig toegankelijk com
puterprogramma te ontwikkelen waarin de centrale
plaats wordt ingenomen door een cleane, (vector-
getekende) topografische kaart waarmee zowel in
GIS-programma's als in vrije tekenprogramma's verder
gewerkt kan worden en waarbij het mogelijk is bewer
kingen en andere informatieve (kaart)lagen uit die
twee omgevingen weer te importeren in dit cartogra
fisch gereedschap. Er wordt niet naar gestreefd dé
ondergrond te ontwerpen; de essentie is het maken
van een zoveel mogelijk platform- en programma-
onafhankelijke cartografisch gereedschap op lands
delig niveau waar iedereen de informatie kan vinden
zijn of haar meest geëigende kaart of kaartondergrond
samen te stellen. Dus geen zwaar, complex en alles
omvattend bestand, maar betrekkelijk lichte en (via
internet) snel verstuurbare, gevectoriseerde, actuele,
aan standaardcoördinaten gebonden, kleinschalige
topografische ondergronden, die eenvoudig en pas
send verbonden kunnen worden met andere cartogra
fische bestanden. Kortom, het 'digitale rijkskaartpakket'
zoals in het schema (figuur 5.3) is verbeeld.
Futuristische, verre toekomstmuziek? Valt wel mee.
Met internet en GML is dit nu in feite al mogelijk. Voor
de uitwisseling van de TOP10NL bestanden van de
topografische dienst via het internet is namelijk al
gekozen voor de standaard taal GML (Geography
Markup Language, een OpenGIS Standaard). Het
grote voordeel van GML is dat zowel de inhoud als
de structuur van de gegevens meegeleverd wordt. De
structuur wordt via het internet door de bronhouder(s)
bijgehouden, zodat dataconversieproblemen tot het
verleden behoren. Deze platform- en programma-
onafhankelijke computertaal, die wel op elk platform
en in veel (grafische, maar ook tekst en andere)
computerprogramma's binnengehaald en bewerkt
de legenda van nederland