uitwisseling en voor gebruik in GIS. In feite betekent
dit een 'niet te kraken' ondergrond met behoud van
coördinaten. Ook de te maken eigen tekenlagen
dienen dus aan dit coördinatenraster vastgeklikt te
zijn. De ondergrondbestanden kunnen dus niet
gewijzigd worden. Wel is het mogelijk informatie
uit de ondergronden te kopiëren naar eigen lagen
en vervolgens te bewerken, aan te passen, te ver
anderen etc. In de kaartpresentatie kan de originele
ondergrond wel uitgezet maar niet weggegooid
worden, zodat de koppeling van het kaartbeeld
aan de oorspronkelijke ondergrond en het coördi
natenraster in het masterbestand waarin getekend
is bewaard blijft. Dit maakt het mogelijk om bijvoor
beeld op eenvoudige wijze het aldus ingetekende
waterhuis-houdingssysteem van Noord-Holland
maat- en coördinatenvast in andere kaartbestanden
over te nemen.
Hoe om te gaan met het schaalprobleem? Volgens
Nico Bakker is het (nog?) niet mogelijk de genera-
lisatieregels te vereenvoudigen, in ieder geval niet
op de groot- en midschalige kaarten. Vooralsnog
moet dan praktisch gekozen worden voor het uit
brengen en bijhouden van drie ondergronden t.b.v.
het 'rijkskaartpakket': een 1:100.000 kaart, een
1:300.000 en een 1:1miljoen, omdat volgens Taeke
de Jong (en de ervaring leert) dat een echte generali
satieslag nodig is bij meer dan 2x vergroten en ver
kleinen van een kaart om zowel de legenda als de
gehele kaart leesbaar en overzichtelijk te houden.
De uiterste grenzen waarop de ondergronden dus
nog zinvol gebruik kunnen worden is 1: 50.000
en 1:2miljoen. In het eerste geval levert de Topdienst
al uitstekende kaarten (een extra reden om de nieu
we 1:100.000 relatief simpel te houden). In het
laatste geval past heel Nederland soepel op een
A4-tje. De verschalingsregels voor de drie schaal
sprongen zullen expliciet gemaakt moeten worden.
In de volgende paragraaf wordt een voorstel ge
daan voor de topografische legenda voor de onder
gronden. In vergelijking met de bestaande topogra
fische kaarten zijn deze relatief simpel. Misschien
dat geautomatiseerde verschalingsalgoritmes in dit
geval toch mogelijk blijken te zijn.
Het nieuw te ontwikkelen 'rijkskaartpakket' bestaat
voor elke schaal in principe uit vier hoofdlagen:
bebouwing, terrein, wegen en waterhuishouding
(en wat hulplagen om kruisingen, bedekkingen e.d.
visueel netjes op te lossen). De uit te geven 3 schalen
vormen een standaardreeks in het 'rijkskaartpakket',
maar de gebruiker kan wel kiezen om in de gekozen
schaal bepaalde lagen aan of uit te klikken of in
een hogere of juist lagere resolutie weer te geven,
waardoor 'overtollige' informatie kan worden ge
weerd en het accent vanzelf op de belangrijkste
laag van de kaart wordt gelegd. In de volgende
paragraaf worden hiervan voorbeelden gegeven.
Let op, de lagen in het meerlagige topografische
bestand zijn wel aan/uitklikbaar, maar niet weg-
gooibaar (t.b.v. behoud coördinaten en de uitwis
selbaarheid). Maar uiteindelijk staat het de gebruiker
vrij om uiteindelijk een geheel zelf ontworpen onder
grond te tekenen en die voor zijn kaarten te gebrui
ken. Het 'basispakket' biedt dus al veel flexibiliteit
(waardoor soepel voldaan wordt aan de 80%-eis),
maar ook voor de laatste procenten kan nog goed
van de ondergrond gebruik gemaakt worden.
Niet alleen het samenstellen van de drie onder
gronden vergt een stevige inspanning, ook aan het
bijhouden van topografische veranderingen moeten
hoge eisen gesteld worden. De bruikbaarheid van
de kaartondergrond staat of valt met de mate waarin
de gegevens actueel zijn. Een Randstadkaart zonder
vijfde baan op Schiphol of een kaart van het noor
den zonder een A32 rond Heerenveen kunnen niet
meer. Ook dit pleit er voor dat één organisatie
belast wordt met het opstellen en bijhouden van de
basisondergronden.
Veel GIS-toepassingen vinden plaats op een
1:10.000 schaal die niet zomaar valt op te schalen
naar bijvoorbeeld 1:300.000. Het zal er waar
schijnlijk op neerkomen dat GIS-bestanden voor
toepassing op de eigen 100-300-1mln serie op
nieuw opgebouwd zullen moeten worden, als ze
nog niet op deze schaal beschikbaar zijn. Het gaat
echter maar om een beperkt aantal bestanden
omdat veel GIS-bewerkingen en gegevensbestan
den zich niet lenen voor gebruik en analyse op een
de legenda van nederland