Practische Studie is en was de studievereniging van de civiel- ingenieurs. Daar de afdeling Geodesie een sub-afdeling van de af deling Weg- en Waterbouwkunde was, had men het logisch gevonden ook de geodetische studenten onder te brengen bij Practische Studie. Volledigheidshalve dient vermeld te worden, dat ook de bouw kundige studenten dezelfde vereniging als studie-vereniging had den. Wel hadden de bouwkundigen en later ook de landmeetkundi gen een eigen Bestuur, maar in de Centrale Commissie voor Studie- belangen werden zij slechts vertegenwoordigd door de voorzitter van Practische Studie. Op deze vergadering in „Wilhelmina" kwam het toenmalige Be stuur met het voorstel om een zelfstandige studievereniging op te richten. Zij kwam daarmee goed voorbereid, met statuten en naam der vereniging, ter tafel. Gebrek aan vergaderervaring der leden en misschien ook een ge brek aan gezonde critiek hadden tot gevolg, dat de statuten in een ommezien werden goedgekeurd, evenals de naam van de nieuwe vereniging, de naam, die ze nu nog draagt. Tot de oprichting van Snellius waren de landmeetkundige stu denten in de Centrale Commissie voor Studiebelangen dus vertegen woordigd door de voorzitter van Practische Studie. Een directe stem van een landmeter werd in de C.C. dus nimmer gehoord. De C.C. eiste van haar leden, de studieverenigingen, dat ze konink lijk waren goedgekeurd. Voor Snellius viel hieraan in de bezettings tijd natuurlijk niet te denken. De C.C. had echter oog voor deze moeilijkheid en nodigde de voorzitter van Snellius uit haar verga deringen als waarnemer bij te wonen. Dit was dan wel het eerste en belangrijke gevolg van de oprichting van een eigen studievereniging. Van verdere activiteit was na de oprichtingsvergadering nog geen sprake. En hiervoor treft het toen malige Bestuur geen blaam; Snellius was een jonge vereniging, die nog tot bloei moest komen, en was hiervoor een moeilijker tijd denkbaar dan de bezettingstijd? Al vrij spoedig na de oprichting volgde de staking der Delftse studenten naar aanleiding van het ontslag van Joodse hoogleraren. 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1950 | | pagina 12