in het café „De Nieuwe Prins", het ontstaan van een Snelliuslied
en een Snelliusembleem waren hiervan o.a. het gevolg, evenals de
verkregen koninklijke goedkeuring. Het spreekt vanzelf, dat ook aan
lezingen en excursies de nodige aandacht werd besteed; verder or
ganiseert „Snellius" de jaarlijks te houden zomerkampen en de uit
wisseling van studenten met het buitenland. Speciaal dient te wor
den vermeld, dat „Snellius" disputen in het leven heeft geroepen,
die een grote belangstelling genieten. Hier treedt duidelijk aan het
licht, dat, door het kleine aantal leden, het mogelijk is meer aan
dacht te besteden aan het gezelligheidselement, zonder daarbij het
karakter van een studievereniging te kort te doen.
De landmeetkundige studenten hebben in Delft steeds een zeer
kleine groep gevormd, gezien het respectabele aantal studenten, dat
Delft telt. De voordelen van een kleine vereniging zijn duidelijk. De
leden zijn in staat elkaar goed te leren kennen, wat weer betekent,
dat een ieder persoonlijk tot activiteit kan worden aangespoord. Een
noodzakelijke voorwaarde hiervoor is echter, dat men over personen
beschikt, die capabel zijn om tot deze activiteit aan te sporen en de
moed hebben een gezonde critiek te leveren. Het komt mij voor, dat
het Snellius dikwijls aan een voldoend aantal capabele mensen heeft
ontbroken. In dit verband dient geconstateerd te worden, dat de in
stelling van de studie tot geodetisch ingenieur, de positie van het
Landmeetkundig Gezelschap verstevigt.
Reeds nu is het merkbaar, dat een groter percentage der studenten
zich aansluit bij een gezel]igheidsvereniging, wat „Snellius" alleen
maar ten goede kan komen. Juist deze leden hebben tot taak hun
ervaringen en hun enthousiasme in de studievereniging te gebruiken,
opdat ieder Snellius-lid er zich van bewust wordt, dat alleen vak
studie niet voldoende is.
G. Homanoud-voorzitter
H. WRentemavoorzitter.
15