39 vernieuwing noodzakelijk zou zijn, werd de Bijhoudingsdienst der Rijksdriehoeksmeting in het leven geroepen bij Ministeriële Reso lutie van 28 October 1929 en geplaatst onder leiding van de ingenieur verificateur van het Kadaster te Amsterdam Th. L. Kwisthout. Na diens overlijden in 1938 werd de dienst weer gevestigd te Delft, ter wijl Prof. J. M. Tienstra werd benoemd tot hoofd. In de jaren na 1930 werden grote delen van het land gecontro leerd. Vele punten bleken belangrijk gewijzigd. Daar waar vastleg gingen waren kon dit gemakkelijk worden geconstateerd, andere punten moesten opnieuw worden bepaald en werden dan tevens door vastleggingsbouten verzekerd. Het aantal driehoekspunten werd nog belangrijk vergroot, meestal door enkele puntsbepaling, soms een vijf- of zespuntsbepaling, een vijf- of zeshoek vormend rond een grote stad; enkele malen door een secondair driehoeksnet, aangesloten aan het primaire net. Zo be draagt het aantal punten nu 5 tot 6000, gepubliceerd in een steeds bij te houden kaartsysteem, dat aan de talrijke gebruikers wordt toegezonden. Het is echter wel duidelijk, dat de opvatting, dat het primaire werk in 1930 voltooid was, niet juist is. De voortschrijdende vereffeningstechniek opent nieuwe mogelijk heden, die o.a. tot uiting komen in de Europese netsvereffening, die in de laatste jaren reeds gedeeltelijk, n.l. zover het Midden-Europa betreft, tot stand is gekomen. Hiertoe heeft Nederland zijn deel moeten bijdragen, een dubbele ketting van het Europese systeem loopt door ons land. De overblijvende delen van het primaire net, aan weerszijden van de ketting, moeten in het Europese systeem worden berekend. In een modern driehoeksnet, dienen enkele Laplacepunten te wor den opgenomen, dit zijn dus punten waar behalve een breedte- en azimuthbepaling, ook een lengtebepaling is uitgevoerd. De moderne techniek, radio tijdseinen en nauwkeurige kwartsklokken, heeft de bepaling van de geografische lengte eenvoudiger gemaakt. In de bekende vergelijking van Laplace heeft men dan een con trole op de ligging van het driehoeksnet. Slechts het station Ubags-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1950 | | pagina 38