44
vang werd gezegd zijn die mogelijkheden qua positie sinds kort de
zelfde als die voor de civiel-ingenieur.
Het aantal geodetisch-ingenieurs is betrekkelijk gering, zodat niet
gesproken kan worden van een bepaalde, min of meer constante, be
hoefte aan aanvulling van het corps. Daartegenover staat dat, naar
mijn overtuiging, de Meetkundige Dienst nog te kort bestaat om van
een vaste organisatievorm te kunnen spreken. Welke ontwikkelings
mogelijkheden nog bestaan is, behalve van de toenemende behoefte
aan kaarten etc., echter mede afhankelijk van de budgetaire positie
in Nederland, zodat hierover niets definitiefs te zeggen valt.