46
het kadaster, zodat vóór 1932 bij deze Dienst geen behoefte aan land
meters bestond. De aansluitingen der verschillende kadasterrayons
brachten steeds moeilijkheden met zich mede. Dit was één der aan
leidingen waarom, zoals wij reeds meldden, in 1932 werd overgegaan
tot een fotogrammetrische grondslag van de kaart.
Hiermede zijn in hoofdzaak direct de voornaamste werkzaamhe
den van de landmeter bij de Topografische Dienst getypeerd; deze
liggen n.l. op het gebied van de fotogrammetrie. In 1932 werden en
kele officieren uitgenodigd een geodetische cursus te volgen in Wa-
geningen, waarmede eigenlijk de landmeetkunde haar intrede deed
bij de Dienst, later gevolgd door de in dienst stelling van civiel-land-
meters. De afdeling, die om deze personen gegroepeerd werd, heette
Triangulatie-afdeling, en ressorteerde onder het Hoofd van de Op-
nemingsdienst. Na de oorlog is deze afdelingsnaam gewijzigd in
Landmeetkundige afdeling.
Daar de Topografische Dienst één der eerste instellingen was, die
zich in deze jaren (1932, 1933) toelegde op de practische uitvoering
der luchtkartering, werd in deze jaren geleidelijk deze afdeling opge
bouwd. De eerste werkzaamheden bestonden dan ook slechts uit
proefnemingen, waaruit echter snel de methode groeide, zoals die nu
nog bestaat en die zeer gunstig is gebleken voor het vlakke land, n.l.
de ontschranking. Werd in de eerste tijden nog gewerkt met één ont-
schranker, een radiaaltriangulator en een coördinatograaf, reeds