66
doorbrengt. In het algemeen zal hij in Nederland slechts de nodige
practische scholing en enige „opvangtijden" tussen verschillende uit
zendingen door kunnen brengen. Het werk in het buitenland kan
uitermate prettig en gevarieerd zijn. Uit der aard zal het meestal in
onontwikkelde gebieden liggen, zodat men zich geen society-leven
voor moet stellen.
Het kan bestaan uit het traceren van wegen en spoorwegen, het
kaarteren van te verbeteren rivieren, het maken van uitgebreide
kaarten, alsook de organisatie van het landmeetkundige werk voor
meer plaatselijke objecten, zoals raffinaderijen, havens, enz. In vrij
wel alle gevallen speelt de hoogtemeting een veel grotere rol dan in
Nederland en zal de fotogrammetrie worden ingeschakeld, ook voor
voorlopige hoogtelijnenkaarten. Voor het detailwerk zal veelvuldig
van de tachymetrie gebruik gemaakt worden, terwijl enig geologisch,
bouwkundig en waterbouwkundig inzicht noodzakelijk is. Tot nu
toe hadden de Zwitserse geodeten een belangrijke voorsprong op
de civiel-landmeter, die voor dit werk te veel kadastraal georiënteerd
waren. Het is een gelukkig feit, dat men bij de opleiding voor geo
detisch ingenieur een open oog voor deze behoeften heeft, waar
door onze arbeidsmogelijkheid in het buitenland aanzienlijk ver
groot wordt.
d. Conclusie
Voor geodetische ingenieurs zal bij ingenieursbureaus, die uitslui
tend in Nederland werken voorlopig weinig werkgelegenheid zijn.
Dezulken die in het buitenland werken, zullen een aantal van hen
een prettige werkkring kunnen aanbieden.
De grootte van dit aantal is sterk afhankelijk van de ontwikkeling
van de binnenlandse situatie op landmeetkundig gebied, omdat ieder
bureau, dat in het buitenland werkt, een deugdelijke basisorganisatie
in Nederland moet hebben, teneinde uit te zenden personen op te
leiden en terugkomenden tijdelijk op te vangen.
Alleen als men van overheidswege oog heeft voor de grote Neder
landse belangen, die hier op het spel staan en daarom bereid is dit