I i V Xx^\ M U1jl</ thode biedt het grote voordeel, dat men onmiddellijk in de te be rekenen middelbare fout een toets heeft van de bereikte nauw keurigheid. In de literatuur vindt men voorbeelden van opstellen waar dit principe met min of meer succes is toegepast door Meyers, Drent en schrijver dezes. Men ziet dat hier een zeer uitgebreid veld voor de onderzoekende mijnmeter gelegen is. Maar ook de studie van de beweging in de ondergrondse werken, zo wel boven als onder de winplaats, is van groot belang. Men sla een blik op de figuren 2 en 3 (bewegingsphasen 1 en 2)waar in grote trekken de bewegingsbanen, die de massa-deeltjes in de twee te onderscheiden bewegingsphasen trachten te volgen op hun weg naar de plaats waar het massa-defect ten gevolge van de koolwinning is ontstaan, zijn aangegeven. Het zal dan zonder meer duidelijk zijn van hoe groot belang de kennis van grootte en tempo der beweging is om doeltreffend maat regelen te kunnen overwegen ter beveiliging van andere onder grondse werken zoals schachten, laadplaatsen, steengangen, enz., een onuitputtelijk studieterrein, nog slechts voor een klein gedeelte ont gonnen of werkend. Ook op dit gebied geeft de literatuur veel bron nen aan. Bewögmgsphase - Bewegingspnase-s Aoor^ld- Aooiv««l N N N 1 I N \N I OekqetMK». I /S s /jf/ v x N \x 'ff' 'j*S I I I X XV 111 x» S - VO - N N t - - Het is niet verwonderlijk dat wij hier onwillekeurig en ongemerkt van de bovengrondse werken zijn terecht gekomen bij de ondergrond se. Het werk van de ondergrondse „geodeet" brengt dit nu eenmaal met zich mee, daar het in allerlei opzichten een schakel [legt tussen de bovengrond en de ondergrond. 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1950 | | pagina 78