8
Als ik de slechte gewoonte mag volgen van mensen van mijn leef
tijd, die de stormachtigheid van de jeugd enigermate te boven zijn,
en een blik terug mag werpen op het verleden, dan herinner ik mij
hoe ik in mijn leertijd in de trein een landmeter ontmoette, die met
mij een gesprek begon. Nadat hij zich met mij over wat lichtere
onderwerpen uit het vak had onderhouden en na het inachtnemen
daarna van een welgekozen pauze in het gesprek, blijkbaar door
hem passend geoordeeld voor hij overging tot de behandeling van
een serieuzer onderwerp en gedurende welke pauze hij mij streng
aankeek, stelde hij mij de vraag of ik de insnijdingsproblemen reeds
had bestudeerd. Na een beteuterde ontkenning mijnerzijds, waarhij
ik hem verzweeg, dat ik er nog nooit van had gehoord, gaf hij mij
daaromtrent wijze raadgevingen en drukte mij op het hart, deze
studie ernstig aan te vatten en vooral daarbij niet te vergeten, gron
dig kennis te nemen van de „Anweisung IX", de toenmalige Duitse
H.T.W.
Deze „Anweisung" plus het boek Landmeten en Waterpassen van
Ch. M. Schols plus de „Lagere Landmeetkunde" van M. de Vos
waren onze bronnen van kennis, aangevuld met een dictaat van Prof.
Heuvelink over de Geodesie, uit welk dictaat wij zonder behoorlijke
kennis, van de differentiaalrekening en de dito meetkunde moesten
trachten te leren wat nu eigenlijk wel een geodetische lijn was.
Achter het formulier 4, waarin wij de coördinaten van een punt
berekenden uit voor- en achterwaartse richtingen, was er in mijn
leertijd naar mijn gevoel niets meer. Ernstige meningsverschillen
konden ontstaan over het aantal overtollige waarnemingen bij een
puntsbepaling met zowel buiten- als binnenrichtingenof het n-2
of n-3 waren. Veelhoeken van de wonderlijkste gedaanten werden
geproduceerd en ik heb een tijd lang in de eerlijke overtuiging ge
leefd, dat het projecteren van veelhoekszijden, die schots en scheef
door de straten liepen, kenmerken van een gedegen vakmanschap
waren. Een zekere achteloze gecompliceerdheid in verrassende ver
scheidenheid toegepast, leek ter verhoging van het aanzien van het
vak zeer aangewezen. Vlijtig werden hierbij de grenzen van de to
lerantie-formules in acht genomen, maar deze grenzen waren zo