114 dig. Een gemeente zal meestal kaarten 1 1000 voor het uitbrei dingsplan nodig hebben. In principe is landmeten in Noorwegen natuurlijk niets anders dan landmeten in Nederland. Maar de omstandigheden maken an dere methoden mogelijk en noodzakelijk: voor de puntsbepaling wordt veel meer getrianguleerd dan bij ons, terwijl de detailmeting in vele gevallen tachymetrisch geschiedt. Interessant is vooral het meten voor waterkrachtprojecten, en ik zou dit onderwerp willen gebruiken als illustratie van 't werk hier. Men is druk doende de beschikbare witte steenkool dienstbaar te maken, en er worden geweldige bedragen geïnvesteerd in die projecten. Electriciteit brengt industrie en welvaart in de nauwe dalen, waar eerder enkele boeren een harde strijd met de natuur voerden. De meeste watervallen zijn al opgekocht door grote elec- trochemische maatschappijen of andere instellingen, en de water kracht wordt naar mogelijkheid en behoefte geketend. Over het algemeen is de beschikbare valhoogte groot; als men dammen bouwt zijn deze vrij laag en dienen zij hoofdzakelijk ora de capaci teit van een reservoir te vergroten. Van de reservoirs wordt het water in vrijwel horizontale tunnels naar een punt boven de kracht centrale geleid, waar het zijn min of meer steile val naar de tur bines begint. Voor belangrijke centrales bouwt men zowel de bui zen als het krachtstation tegenwoordig geheel in de rotsen, om ze in oorlogstijd minder kwetsbaar te doen zijn. Geologen, landmeters, architecten, waterbouwkundigen, werktuigbouwers en electrotech- nici werken aan de bouw mee, maar we zullen ons uiteraard moe ten beperken tot een bespreking van het geodetische werk. De opdrachtgever vertelt wat de plannen zijn, en men krijgt een topografische kaart waarop die plannen zijn aangegeven: welk stroomgebied en welke meren erin betrokken zijn, hoe men zich de tunnels denkt, waar de centrale zal komen enz. De landmeter moet de onderlinge ligging van de belangrijke punten vastleggen triangulatie is meestal de enige weg. Het zoeken is allereerst naar N.G.O. punten waar men gebruik van kan maken. Heeft men enkele driehoekjes op de kaart ontdekt, dan volgt er een telefoontje naar

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 123