enkele gebieden op die schaal in kaart gebracht en men moet zich b.v. bij verkenningen behelpen met een kaart op schaal 1 500.000, die vaak niet betrouwbaar is. Het komt meerdere malen voor dat een dorp 20 mijl fout op een kaart ligt. Bestudeert men zo'n kaart nader, dan ontdekt men dat er grote gebieden zijn waar helemaal geen autoweg is en het ligt dus voor de hand, dat men zich eenvoudigweg moet verplaatsen door van dorp tot dorp te trekken waarbij de arbeiders dan de bagage op hun hoofd dragen. Dit is het geval waanneer men een triangulatie verkent of uitvoert.Men heeft dan 30 a 40 arbei ders w.o. een headman en enkele foremen, die zelf niets dragen, maar de discipline onder de arbeiders handhaven en b.v. toezicht houden bij het opzetten van een tent, lengte- meten, het samenstellen van een last die op het hoofd zal worden gedragen e.d. Ook maken zij zich bijzonder nuttig door dikwijls te weten wanneer een arbeider echt ziek is. De meegevoerde tenten zijn zeer ruim en maken het mogelijk dat men steeds buiten een dorp kan verblijven, waar niemand in zijn nachtrust wordt gestoord door de drums en waar doorgaans ook niet zoveel vliegen zijn. De meeste arbeiders zijn zeer merkwaardige mensen. Wanneer ze b.v. hun salaris krijgen wordt dat in enkele dagen verspild en de rest van de week trachten ze door geld te lenen aan de kost te ko men. Op de betaaldag moeten er dan ook heel wat schulden veref fend worden en er heerst op zo'n moment vaak een eindeloos ge praat tussen de diverse schuldeisers en schuldenaars, die het niet eens kunnen worden. Enkelen hebben zoveel schulden gemaakt dat ze op zo'n dag 2 shillings of niets ontvangen. Omdat zij met hun salaris hun voedsel moeten betalen, eten ze dan ook onvoldoende en weinig gevarieerd voedsel. Ondanks dat hebben ze een enorm uithoudingsvermogen en 25 a 30 km lopen met een last van 30 kg op hun hoofd zonder te rusten of te drinken wordt door hen als heel normaal beschouwd. 129

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 141