min een rustige studietijd verzekerd zou zijn, wanneer de verklaring
wel werd getekend.
Wat een voorrecht om in deze tijd een man als prof. Tienstra als
geestelijke vader te hebben gekend. Wat waren we, ook na de be
vrijding, trots op onze leermeester, die er mede toe heeft bijgedra
gen, dat het percentage landmeetkundige studenten dat gemeend
heeft de loyaliteitsverklaring te moeten tekenen, tot het laagste be
hoorde van alle studierichtingen.
Hoe dikwijls is niet onze kleine en tot die tijd weinig betekenende
afdeling in de studentenwereld met bewondering gadegeslagen. Hoe
vaak hebben vrienden mij niet gezegd dat zij eigenlijk een beetje
jaloers waren op onze afdeling. Wanneer niet alleen de afdeling,
maar ook „Snellius" na de bevrijding een andere positie in de Hoge
schoolwereld is gaan innemen, dan is dit zeer zeker voor een groot
deel te danken aan de persoon van prof. Tienstra.
Zijn erelidmaatschap van onze studievereniging was dan ook een
logisch gevolg van de invloed, die zijn stuwende kracht op onze ver
eniging heeft gehad.
Prof. Tienstra, die het de student zo gemakkelijk maakte om hem
te benaderen, zal niet alleen als leermeester maar ook als raadsman
blijven voortleven in de herinnering van Bestuur en leden van het
Landmeetkundig Gezelschap „Snellius".
G. Homan.
13