Waarna dan een betrekkelijk rustige Delftse periode volgt, waarin ik bedrijfsleider werd van de uit de grond gestampte afdeling Foto- grammetrie van de Meetkundige Dienst. Af en toe lokte het buiten land nog eens, een baan bij de volkenbond in China, even een kans op een baan bij de een zeer definitief aanbod voor Liberia en 'n mogelijkheid bij het Fototechnisch Bedrijf van de K.N.I.L.M. De laatste was nog amper uit de lucht, of ik werd door bemiddeling van Prof. Schermerhorn door de K.L.M. aangezocht om naar China te gaan, ten einde te trachten een luchtkaartering te verkopen. Deze reis voerde mij naar Hongkong, Canton, Shuichow, Hengchow, Kweilin, Changsha, Hankow, Tsjoenking en Hanoi en het verslag er van zou op zichzelf voldoende zijn om deze hele lustrum-editie te vullen. Maar ik had al eerder gezegd kort te zullen zijn en wil me daar ook aan houden. Na mijn terugkeer hervatte ik de Delftse kan toorroutine, tot de oorlog me nog eens terugbracht in het oude stiel en ik belast werd met de leiding van de metingen van diverse ruil- verkavelings-ob j ecten. Reeds voor de oorlog bestonden bij de K.L.M. plannen om haar Fototechnisch Bedrijf uit te breiden met 'n cartografische afdeling, wat het mogelijk zou maken om in het buitenland acquisitie te be drijven op commerciële basis. De jaren 19401945 gaven ruim schoots de gelegenheid om die plannen te overwegen en vaste vorm te doen aannemen. En kort na de bevrijding trad ik in dienst van de K.L.M. als chef van haar Cartografisch Bedrijf. Zo heette het, maar in wezen was ik meer reiziger in luchtkaartering. De algemene situatie deed vermoeden, dat onze beste kansen in Zuid-Amerika zouden liggen en een aantal jaren is daarop hoofdzakelijk onze ac tiviteit gericht geweest. Ik stak vele malen de oceaan over en reisde van Buenos Aires tot New York met als enig aanwijsbaar resultaat enkele opdrachten in Venezuela en de opdracht tot kaartering van de noordelijke helft van Suriname. Maar voor het overige bleef Zuid- Amerika, voornamelijk door nationalistische tendenzen, ver bij onze verwachtingen ten achter en geleidelijk ging onze blik zich richten 145

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 159