De Geodesie in Suriname
H. R. MASSINK
door
Hoofd van het Centraal Bureau Luchtkaartering
Het is een niet te loochenen feit, dat het Rijksdeel Suriname zich
de laatste jaren op velerlei gebied mag verheugen in een toene
mende belangstelling van buiten af.
Aangezien iedere economische ontwikkeling, en zeker een ver
snelling daarvan, investeringen op grote schaal vereist en toevloeiing
van dit kapitaal vóór de tweede wereldoorlog achterwege bleef, ge
raakte Suriname achter bij vele andere landen.
Het waren echter de naoorlogse omstandigheden, welke de Neder
landse Regering en particuliere ondernemers er toe brachten meer
aandacht te schenken aan de ontwikkelingsmogelijkheden hier te
lande.
In het jaar 1947 stelde de Nederlandse Regering gelden ter be
schikking van het zgn. Welvaartsfonds, die aangewend konden wor
den voor de economische en sociale ontwikkeling van Suriname,
terwijl Nederland zich daarna in principe bereid verklaarde, een
deel van de kosten voor haar rekening te nemen voor de uitvoering
van het zogenaamde Tienjarenplan.
Deze maatregelen en de verhoogde belangstelling van particuliere
ondernemers leidden noodzakelijkerwijs tot een stijging in de be
hoefte aan betrouwbare landmeetkundige gegevens, in eerste in
stantie meer speciaal aan kaartmateriaal..
De overzichtskaart van Bakhuis en De Quant, uitgegeven in 1930,
doch in hoofdzaak steunende op de oorspronkelijke kaarteringen
van Cateau van Rosevelt in 1879 is tot op heden de officiële kaart
van Suriname.
Omstreeks 1915 voltooide de landmeter Spirlet in Paramaribo een
147