Deze expedities moesten volledig „self-supporting" zijn, vanwe
ge het vrijwel onbevolkte achterland.
grond van de aldus vergaarde kennis werd, wat betreft de vrij
vlakke kuststrook, overgegaan tot de constructie van een over
zichtskaart op schaal 1 40.000, waaruit na panto grafische verklei
ning een kaart met schaal 1 100.000 opgemaakt werd.
Tegen het einde van het jaar 1953 besloot de Regering de be
staande C.B.L.-organisatie in Gouvernementsverband op te nemen;
helaas kon niet bereikt worden, dat de ingewerkte staf eveneens in
Gouvernementsdienst overging. Er bestond een vacuum, tengevolge
waarvan zeer veel waardevol ervaringsmateriaal verloren is gegaan.
Na ongeveer een half jaar slaagde men er in 'n nieuw Hoofd aan
te trekken, dat beschikte over ervaring op fotogrammetrisch gebied.
Gedurende diens ambtsperiode werd aan de KLM Aerocrtao n.v.
opdracht gegeven tot uitvoering van een aerotriangulatie van twee
derde gedeelte van het reeds gefotografeerde gebied, alsmede tot
het samenstellen van een hoogtelijnenkaart in de schaal 1 100.000
en van een gedeelte in de schaal 1 20.000.
Momenteel is rond 25% van Suriname in kaart gebracht, terwijl
dit percentage tegen 't einde van 1956 ongeveer 50% zal kunnen be
dragen.
Binnen enkele maanden zal de Surinaamse Regering waarschijn
lijk opdracht geven ook de luchtkaartering van Zuid-Suriname uit
Het leidinggevend personeel van het
eerdergenoemde C.B.L. bestond uit
een of meer geologen en 'n houtvester.
Door hen en enkele opgeleide krachten
werd het fotomateriaal stereoscopisch
geïnterpreteerd en waar nodig na-
verkend in het terrein. Dichte bebos
sing en uitgebreide moerassen legden
de nodige beperkingen op.
Deze werkzaamheden werden met
veel ijver en toewijding verricht. Op
149