Snellius in „Delft"
Jarenlang heeft men gesproken over het doel en het wezen van
Snellius. Velen hebben hun ideeën daaromtrent geformuleerd en de
ze bij bepaalde gelegenheden openbaar gemaakt. Al deze formule
ringen blijken te voldoen aan art. 1 van de Wet („Het Gezelschap
Snellius stelt zich ten doel de uitbreiding der kennis en de beharti
ging der studiehelangen van zijn leden"), ja zelfs kregen zij, naar
mate de tijd vorderde, een steeds utgebreidere strekking.
Men zal zich afvragen of dit noodzakelijk is. De taak van Snellius
staat immers nauw omschreven in de Wet?
Men bedenke dan, dat, naast de behandeling van interne aange
legenheden, het Gezelschap, samen met studieverenigingen van an
dere afdelingen, ook problemen te verwerken krijgt, die de student
in het algemeen betreffen. Bedoeld worden hier bijvoorbeeld vraag
stukken van sociale aard, verkorting der studieduur, verzekering
voor studenten, etc., zoals die onder bekwame leiding van de Cen
trale Commissie voor Studiebelangen misschien niet alle tot een op
lossing worden gebracht, maar waaruit toch bruikbare adviezen
resulteren.
Ook worden de wijzigingen in de H.O.-wet, zoals deze thans in de
Tweede Kamer zijn ingediend, door velen in Delft critisch bekeken.
Zullen Curatoren, nu de T.H. rechtspersoonlijkheid zal krijgen,
zich met de persoonlijke geestelijke vorming der studenten inlaten,
zo vraagt men zich af.
Hoe zal de voorgestelde maatregel betreffende uitsluiting van
examens worden gehanteerd (binnen twee jaar Pi en binnen 4 jaar
P2)?
15