in Tolworth gecentraliseerd. De Afrikaanse gebieden worden met het Gee-H-systeem gevlogen en daarna in kaart gebracht, op de schalen 1 25000 en 1 50.000. Men beschikt over de C5 van Zeiss, de A6 van Wild en de multiplex van Williamson. Het gebruik der kaarten en foto's voor geologisch veldwerk werd aan de hand van een filmpje getoond. 22 Februari: 's Morgens werd het geodetisch instituut aan „The London University" bezocht. Prof. Thompson vertelde over de op- leiding die hier in hoofdzaak fotogrammetrisch, daarentegen in Oxford meer terrestrisch-geodetisch (Bomford) georiënteerd is. Engeland kent slechts in enkele provincies een kadaster en ook geen afzonderlijke geodetische opleiding, doch combineert die met de studie voor civiel-, bouwkundig-ingenieur. Specialisatie is wel mogelijk, zo hier in de fotogrammetrieEen graad, identiek met het Delftse diploma van geodetisch ingenieur kan niet wor den verkregen (in Kaapstad wel). De „Colonial Surveys", „The Ordnance Survey Office" en „The Royal Institution of Chartered Surveyors" hebben een eigen opleiding. 's Middags werden we rondgeleid door het National Physical La boratory, waar o.a. invarbanden, meetstaven en geodimeters wor den geijkt. 23 Februari: „The Royal Institution of Chartered Surveyors" omvat alle „surveyors" in 't gemenebest, die na een opleiding en enige jaren practijk als „member" zijn ingeschreven. Men onderscheidt 8 secties aan het instituut. 1. Land Agents (agrarische deskundigen) 2. Valuers and Urban Estate Managers (schatting en stedebouw). 3. Housing Managers (particuliere en stedelijke bewoning) 4. Town and Country Planning Surveyors (stedelijke en lande lijke planologie) 5. Building Surveyors (instandhouden van gebouwen) 6. Quantity Surveyors (adviseurs voor kostenberekening en ont werp gebouwen) 7. Mining Surveyors (mijnmeetkundigen) 8. Land Surveyors (landmeters) 178

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 183