Zij wisten n.L het eerst de beste plekjes in de tenten op te zoeken. Intussen was les, onze kok, al bezig de traditionele eerstedagspap te maken, die wij ons na de lange reis best lieten smaken. 's Avonds werd het werk van de komende dagen door prof. Baarda met ons besproken en kreeg ieder zijn taak toebedeeld. Met een ver kenningswandeling door de duinen besloten we de eerste dag. De volgende dagen vlogen snel voorbij. Een van de moeilijkste taken van de kampcommissie bleek 's och tends het wekken van de langslapers te zijn. Meestal had dit het volgende verloop. Kampcommissielid komt de tent binnen. „Heren, het is de hoogste tijd". „Och man, wat doe je midden in de nacht in onze tent", kwam er dan na enig gebrul ten antwoord. Nadat sommigen met veel tegen zin hun ogen hadden geopend, bleven er altijd nog mensen bewe gingloos liggen. Het wekken van deze lieden behoorde tot de ge vaarlijkste taak van de dag, want na een geknijp in grote tenen kwam er plotseling een voet in de richting van het kampcommissielid, die de stoot door snel ontwijken kon ontgaan. De massa bleef dan weer roerloos liggen. De volgende aanval was op buik en oren gericht. Dit moest echter snel en met behendigheid geschieden, daar het logge lichaam zich dan plotseling ophief en om zich heen begon te slaan. Dit was het moment, waarop het commissielid zich voor goed uit de tent moest terugtrekken, om niet het laatste beetje sympathie te verliezen. Tenslotte bleken tot ieders verbazing de meesten toch nog om half negen klaar te zijn voor de start. Nadat de staf nog hier en daar aanwijzingen gegeven had, vertrokken we per fiets in groepen van 2 of 3 naar ons eigen terrein. Dat werkterrein was voor de meesten ver van het kamp verwijderd, zodat tussen de middag ter plaatse geluncht werd. De tweedejaars studenten hadden een gedeelte van de duinen tachymetrisch op te nemen, om dit later in kaart te brengen ten be hoeve van het Staatsbosbeheer. De Wild RDS bewees ons hierbij 183

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 190