184 goede diensten. Het terrein was vaak moeilijk begaanbaar tengevolge van de vele doornstruiken, terwijl bij regen de dichs tb ij zijnde schuil plaats vaak ver te zoeken was. Het hoofdmotief van het derdejaars werk was het verkennen van een meetkundige grondslag volgens de richtlijnen van de nieuwe H.T.W.. Daarnaast oefenden zij zich in planchetopname en trigono metrische hoogtemeting. Hoewel men tot vijf uur gewerkt had, waren de meesten 's avonds toch nog fit genoeg om uit te gaan. Op een van onze avondfietstoch ten ontdekten we een gezellig café, dat al gauw tot onze stamkroeg werd gepromoveerd. Het was een oude boerderij, waarvan twee ka mers als gelagkamer waren ingericht. De wanden en de zoldering waren behangen met visnetten, terwijl de verlichting uit kaarslicht bestond. In deze romantische sfeer werden meestal de laatste uren van de dag en de eerste van de volgende dag gezamenlijk doorge bracht. Toen we op een avond laat thuis kwamen, bleken er al enige men sen op bed te liggen. Deze werden er natuurlijk snel uitgetrommeld. Een van hen hield zich echter slapende. Met bed en al droegen we hem derhalve de tent uit en legden hem op een kruiwagen. Nu be gonnen de moeilijkheden pas goed, want het vervoer ging niet zo gemakkelijk als we gedacht hadden. Onderweg viel de kruiwagen tweemaal om, maar tenslotte bereikten we een droge greppel, waar de nog steeds slapende ingerold werd, verzekerd met een piket naast zijn hoofd. In de veronderstelling dat hij, als alles weer rustig was, wel vanzelf naar zijn tent zou teruggaan, gingen allen naar bed. De volgende morgen werden we echter door een verschrikte boerin gewaarschuwd, dat er een „dronken man" in de greppel lag te sla pen. Op dezelfde manier en met dezelfde moeilijkheden reden we hem toen weer terug, waarna hij ontwaakte alsof er niets gebeurd was. Ook herinner ik me nog een uitgebreid waterballet. Het ging hier om een onenigheid tussen twee kampleden, die beslecht moest wor den. Binnen een afgepaald terrein kregen zij elk een emmer water als munitie en een mok als duelwapen. Toen iedereen in spanning

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 191