gezelschap in de jaren '50-'55 te vertellen, komt bij mij de aan het begin genoemde neiging op om er „Hoofdstuk II" bij te schrijven, welke neiging ik echter liever onuitgevoerd laat, om niet bij de lezer een ongeduldig verlangen naar de derde aflevering op te wekken en zodoende de schijn van feuilletonist op mij te laden. Want allerminst wil ik de geschiedenis van Snellius geschikt achten voor een feuil leton. Bovendien zou ik niet gaarne de geschiedenis willen ver draaien om op het spannendste moment te kunnen afbreken. Deze uitweiding moge dienen om de lezer te overtuigen dat hij hier niet de geschiedenis van 'n afgesloten tijdperk zal vinden. Het Gezelschap dat zijn huidige staat dankt aan de activiteit van de leden in de voorgaande jaren, geniet als steeds nog een goede welstand, welke aanleiding geeft om te vertrouwen dat deze zal voortduren. in het vorige Lustrumboek was een artikel opgenomen onder de de titel „Snellius". Daarin werden de gebeurtenissen in en om Snellius vanaf haar oprichting in 1940 vermeld en de omstandig heden waarin deze zich afspeelden. Nu de redactie mij gevraagd heeft de draad weer op te nemen om de verdere lotgevallen van het In de eerste bijdrage aan de kronieken van Snellius worden en kele punten genoemd, die de moeite waard zijn weer in het gezichts veld te hebben om te kunnen nagaan hoe de situatie zich verder heeft ontwikkeld. We lezen daar hoe na de bevrijding van 1945 alle studie-verenigingen min of meer opnieuw moesten beginnen. Dit bood aan Snellius, toen nog in haar prille levensstadium, de gelegen heid tegelijk te trachten een gelijkwaardige plaats in te nemen tussen de oudere gezelschappen. In 1950 mocht zij bogen op het gevestigd zijn van haar naam. Thans, geloof ik, is dit nog meer het geval en zeker in de kring buiten de grenzen van de Hogeschoolgemeenschap. Ik denk hierbij aan het groeiend contact met de Vereniging van Giviel-landmeters en Geodetisch ingenieurs en de Vereniging voor Kadaster en Land meetkunde. Beide verenigingen nodigden Snellius uit en daardoor werd het de laatste jaren gewoonte, dat het gezelschap vertegen woordigd was op de jaarvergaderingen. Dit contact wordt gestimu- 18

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 19