leerd door de gemeenschappelijke belangstelling voor de ontwik keling van de positie van de geodetisch ingenieur. Het ligt buiten mijn bereik om hierover in details te treden. Ik wil het slechts ver melden voor zover het verband houdt met het leven van Snellius. De belangstelling voor dit onderwerp is n.l. van de zijde der studen ten niet de geringste. De maatschappelijke evolutie van de landmeetkunde tot een tech nisch hulpvak hij vele andere werken heeft enerzijds de behoefte doen gevoelen aan een bredere opleiding. Dit heeft de instelling van de ingenieursstudie tot gevolg gehad. Aan de andere kant maakt de ontwikkeling van de landmeetkundige techniek zelf een steeds die- pergaande studie noodzakelijk. Nu is het wel zo dat de student na beëindiging van zijn studie niet aan een bepaalde richting gebonden is, maar door de differentiatie reeds tijdens zijn studie is zijn be langstelling voor een bepaalde richting gewekt. Hij zal wellicht in deze richting verder willen gaan en uitzien naar mogelijkheden die in steeds ruimere zin daarbij aansluiten. Vaak moet echter de weg nog geëffend worden, voor de maatschappij de nieuwe inzichten aanvaardt en plaats biedt aan lieden die hun vak in steeds gevarieer der kring kunnen toepassen. Uit de onderlinge gesprekken blijkt nu vaak dat de studenten de maatschappelijke beperktheid van het vak een belemmering vinden. Misschien heb ik hier een aanvechtbare mening geponeerd. Des te beter zou ik haast zeggen, hoewel het niet mijn opzet was. Ik heb slechts uiteengezet welke gedachten de stu dent ook bezighouden binnen het kader van Snellius' werkzaam heden. Wanneer zij aanleiding mochten geven tot een bredere discussie, ook meer naar buiten met mensen uit de praktijk, dan is dat alleen toe te juichen. Niet alle contact met mensen en verenigingen buiten de muren van de Alma Mater is „problematisch". Snellius heeft in groeiende mate steun mogen ontvangen uit de kring der donateurs. En meer nog dan om de materiële zijde hiervan verheugt Snellius zich over de algemene belangstelling en waardering voor haar werk. Niet alleen naar buiten, maar ook naar binnen heeft Snellius zich 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 20