Electriciteit en Geodesie
prof. R. ROELOFS
23
door
Hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft
Men kan in het midden laten of het een visionnaire dan wel een
roekeloze gedachte was of slechts „pour épater le bourgeois", toen
een vijfentwintigtal jaren geleden een zeer goede kennis van mij, in
het openbaar sprekende over komende ontwikkelingen in de geode
sie, het voor niet onwaarschijnlijk hield dat eens met behulp van de
electriciteit het aristocratischer woord electronica was nog niet
gangbaar een coördinatenstelsel over de gehele aarde zou worden
gelegd, zodat men slechts de uitslagen van een paar wijzers zou be
hoeven af te lezen om zijn positie te bepalen. Een feit is, dat de mo
derne methoden van electronische plaatsbepaling een goed stuk in
die richting gaan. Van enige lichtvaardigheid is de spreker van toen
overigens niet vrij te pleiten, want de toepassingen van de electrici
teit in de geodesie waren op dat moment van slechts zeer beschei
den omvang.
De eerste aanwending van de electriciteit voor geodetische doel
einden vond plaats in een tijd toen de geodeet nog slechts landmeter
(en vestingbouwer) was en de astronoom, behalve astronoom, ook
geodeet. Het was de electrische kabel-telegrafie, die omstreeks het
midden van de vorige eeuw een nieuwe oplossing gaf voor het moei
lijkste probleem bij de astronomische lengtebepaling: op de ene
plaats te weten hoe laat het is op een andere plaats. Het eerste
lengteverschil op deze wijze bepaald, was dat tussen Baltimore en
Washington in 1844. Er was geen uitzonderlijke fantasie voor nodig
om van de morse-ontvanger te komen tot de electro-magnetische
chronograaf (1850), waarvan twee typen ontstonden: 't schrijvende
en 't perforerende type. Dat de astronoom 't zich kon veroorloven 't