den de seinen, die door verschillende omroepzenders worden uitge
zonden voor civiel gebruik (hoewel ze ook voor sommig geodetisch
werk wel geschikt zijn) maar wel de wetenschappelijke seinen van
hoge nauwkeurigheid. In de loop van een etmaal worden tegenwoor
dig door 24 stations niet minder dan ongeveer 240 tijdseinreeksen
uitgezonden. De vorm van deze reeksen is verschillend; de meeste
zijn rhythmisch, d.w.z. dat ze het karakter van een nonius hebben
ten opzichte van de chronometer-tikken, doch er is een tendens over
te gaan op secunden-reeksenenkele van de genoemde stations ge
ven sommige nog experimenteel continu of semi-continu secun-
den-signalen. Dit vereenvoudigt de zend-techniek, doch geeft een
evidente moeilijkheid aan de ontvangst-zijde, waar de correctie van
de even snel lopende chronometer moet worden bepaald. Ook voor
de oplossing van dit probleem is de electriciteit te hulp geroepen
en wel door België en door Nederland.
In het Belgische instrument met de romantische naam ,„clepsydre
électrique", die doet denken aan de antieke waterklok, wordt door
middel van een vast relais en een variabel relais van de chronometer-
tik een signaal afgeleid, dat men door instelling van het variabele
relais zoveel vertraagt dat het coïncideert met het radio-signaal.
Deze coïncidentie wordt acoustisch of electrisch waargenomen. Ook
in het Delftse instrument met de zakelijke naam „tijdseinen-oscillo-
graaf" of nog zakelijker „T.S.O." wordt van de chronometertik
een vertraagd signaal afgeleid, doch dit geschiedt met vermijding
van relais, terwijl het vertraagde signaal evenals het radio-tijdsein
zichtbaar wordt gemaakt op het scherm van een oscillograaf, zodat
de coïncidentie visueel kan worden waargenomen.
Het was het historische uitgangspunt, dat aanleiding gaf allereerst
de belangrijkste toepassingen van de electriciteit in de geodetische
astronomie te beschrijven. De kortste stap van dat terrein naar een
ander gebied wordt gemaakt door van de radio-communicatie, die
ter sprake kwam in verband met tijdseinen, andere vormen te be
schouwen. Daarbij kan men allereerst denken aan de radio-telefonie,
die de geodeet op een eenzame post in contact brengt met de buiten-
25