40 hierbij ten opzichte van het theorema van Stokes het voordeel, dat dit daarbij reeds op geringer afstand het geval is. Daar in de laatste vijf jaren het aantal zwaartekrachtswaarne mingen sterk is toegenomen, is de mogelijkheid van toepassing nu reeds over grote delen van het noordelijk halfrond aanwezig. In het bijzonder zijn in dit verband de waarnemingen in onderzeeboten door Ewing en Worzel en hun medewerkers belangrijk, zoals bij voorbeeld het grote aantal door hen in de noordelijke Stille Oceaan verricht. Het genoemde geodetische probleem van een „World Geodetic System" valt in de volgende twee delen uiteen, die zowel gescheiden als verenigd kunnen aangevat worden. In de eerste plaats is 't nodig uit de thans aanwezige grote graadmetingsbogen beter conclusies be treffende de lengteafmetingen der aarde, d.w.z. de equatorstraal a der aardellipsoide, te trekken dan tot nu toe geschiedde. Daartoe moet waar mogelijk voor de eindpunten dezer bogen of voor punten dicht bij het einde gravimetrisch de absolute schietlood afwijking bepaald worden, zodat deze bogen daarmede van de geoide op de aardellipsoide kunnen overgebracht worden. Het is dringend gewenst het benodigde gravimetrische opmetingswerk te verrichten om deze reducties voor alle bestaande graadmetingen efficient te kunnen uitvoeren. Als verdere verfijning zal het gewenst zijn van het resultaat voor a van elke hoog af te trekken de gemiddelde waarde van N over deze boog, zoals die door het theorema van Stokes, eventueel ook met behulp van de schietloodafwijkingen, se-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 42