iurijn gedateerd zh 1300 v. Chr. bevat, in hiërogliefenschrift, de
situatie van goudmijnen op het schiereiland Sinaï.
In het Oude Testament (Kronieken II) lezen we hoe Koning
Ezechias de waterloop van de Gihon liet afdammen en door een
tunnel afleiden 700 v. Chr.). Deze tunnel, die door de bergen werd
gedreven door de „mijnwerkers" van Gezah. werd in 1880 bij toeval
ontdekt. Op de plaats waar twee werkgroepen elkaar ontmoet hebben
(de tunnel werd dus van twee kanten uit gedreven) vond men een ge
denkplaat waarop dit feit gememoreerd stond. Welk een hoge stand
van de toegepaste meetkunde landmeetkunde) impliceert dit
Op welk een hoog plan of de wiskunde bij de volken uit het
Nabije Oosten reeds in de eeuwen 3000-2000 v. Chr. stond, leren
ons de vertalingen van de duizenden tabletten met spijkerschrift
die (veelal in recente tijd) gevonden zijn. Kort samengevat hield
de meetkunde van de Babyloniërs in: evenredigheden bij even
wijdige lijnen; stelling van „Pythagoras"; oppervlakte van drie
hoek, trapezium, cirkel; inhoud prisma en cylinder, terwijl hun al
gebra reeds o.m. de vierkantsvergelijkingen en de sommatie van
rekenkundige reeksen omvatte.
Met deze kennis als achtergrond kan het niet anders of de
landmeter, de „geometricus" uit het Mesopotamië van Hammurabi
(zfc 1700 v. Chr.) moet een figuur geweest zijn die, krachtens het
intellectuele niveau, tot de bovenste klassen van de toenmalige
maatschappij behoord heeft. Dat het vervaardigen van plattegron
den hun niet vreemd was, bewijst o.m. het standbeeld van de oud-
habylonische priester-koning Gudex. De koning houdt op de knie
ën een tekenbord, waarin de plattegrond van een stad gegrift is.
Over de eigenlijke landmetersstatus in deze oude rijken weten
we niets. Geen gegevens over hun dienstbetrekking, hun voor
schriften, betalingen, etc. Ditzelfde kan gezegd worden van de
Griekse beschavingsperiode, 600 v. Chr.400 na Chr. Bij gebrek
aan zulke gegevens gaat de landmeter van heden er toe over om b.v.
de werktuigen, geconstrueerd door Heron van Alexandrië 125 v.
Chr.), de graadmeting van Erathostenes 250 v. Chr). en de geo
grafie en astronomie van Ptolemeus (150 na Chr.) binnen de sfeer
48