68
enig ander daarmee gelijkgesteld diploma moeten bezitten en
bovendien in de mathematische vakken moeten uitblinken.
2de. Om een bewuste vakkeuze te bevorderen dient de candidaat
vóór de benoeming tot adspirant gelegenheid geboden te worden
tot kennismaking met lief en leed van het vak.
3de. De eigenlijke opleiding tot landmeter behoort een universi
taire te zijn. Opleiding bij het dienstvak moge goed zijn voor
ambtenaren die alleen wetten en besluiten uit te voeren hebben,
het toepassen van een wetenschap (in casu de zeer uitgebreide
geodetische wetenschap) eist voorbereiding op wetenschappelijke
grondslag.
4de. Niet alleen geodetische, ook juridische en (met het oog op de
toekomstige ruilverkavelingsdienst) cultuurtechnische vorming is
noodzakelijk.
5de. Na afgelegde examens volge, vóór definitieve aanstelling tot
landmeter van het Kadaster, werkzaamstelling bij de praktijk van
het dienstvak" (14).
Ik heb deze zinnen uit een rekest aan de Minister van Financiën
van 9 Juli 1915 volledig overgenomen omdat ze, na een onvermoeide
strijd van vier en twintig jaar voor een deugdelijke opleiding, zo
goed de eisen formuleren waaraan de opleiding zou moeten voldoen.
In 1918, eindelijk, wordt deze strijd gewonnen. Bij K.B. van 16
September van dat jaar, Staatsblad no. 548 wordt n.l. aan de Land
bouwhogeschool te Wageningen een driejarige cursus ingesteld ter
opleiding van landmeter (15). In Staatsblad 573 werd het K.B. van
23 October 1918 opgenomen waarin de benoembaarheid tot en de
opleiding voor adspirant van het Kadaster werd geregeld (16).
Volgens de letter was de opleiding aan de landmeterscursus een
algemene, in feite was zij er een voor het Kadaster, toen nog nage
noeg de enige werkgever op landmeetkundig gebied in ons land. Ge
gadigden er voor dienden in het bezit te zijn van het einddiploma
H.B.S. 5 jarige cursus. Een verplichte praktijktijd bij het Kadaster
van 10 maanden (voor 1919, 6 maanden) vóór het begin van de stu
die diende als kennismaking met het vak (17)van ambtelijke zijde
bedoelde men in die tijd te constateren of de candidaat aanleg en