70 hoogleraar aan die hogeschool verbonden. Voor het geven van onder wijs in de landmeetkundige vakken en in de kadastrale- en hypthe- caire boekhouding werd de landmeter van het Kadaster H. F. van Riel (1881-1931) (22) aangewezen. Het burgerlijk-, administratief - en fiscaal recht zou worden onderwezen door de landmeter van het Kadaster A. van der Deure, jur. cand. (geb. 1889), die, evenals van Riel, daartoe op 4 Februari 1919 tot lector aan de landmeterscursus werd benoemd (23). Op 8 October 1919 is dan het „historisch moment" van de opening der lessen. De toenmalige redacteur Polée geeft er in de hem eigen bloemrijke taal in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde een verslag over: „Een stralend Wijnmaand-zonnetje omglansde met gouden gloed het oude naar wij willen hopen in bruisende dadendrang zich immer verjongende Vada, werwaarts zo velen zich hadden opgemaakt, om, op het heug'lijk moment der opening van de cursus, van hun belangstelling te doen blijken" (24). Het was inderdaad een historisch moment en de latijnse zin spreuk „Tandem fit surculus arbor", „Eindelijk wordt de griffel een boom", die Polée aan het hoofd van zijn genoemd verslag zette, was niet misplaatst; „eindelijk was de opleiding van de toekomstige landmeter in ordelijke banen geleid" (24) De colleges werden gevolgd door 30 studenten (25); 10 van hen, oudere adspirant landmeters van het Kadaster, bleven slechts een jaar, 10 jongere adspir anten en 10 candidaat landmeters waren de eersten die de cursus geheel hebben gevolgd. Ik zelf heb het voor recht gehad van deze groep deel te mogen uitmaken. Voor de lessen in de geodetische en kadastrale vakken stelde de regering het gebouw „de Valk" ter beschikking. Dit oude hotelletje was voor het doel allerminst geschikt en in zijn rede ter gelegenheid van de instelling van de cursus (26) noemt prof. Dieperink „dit onderdak slechts een zeer voorlopige huisvesting" (27). De feiten hebben hem helaas in het ongelijk gesteld doch wie thans „de Valk" zou zoeken doet dit tevergeefs. Het gebouw is gesloopt en slechts de gebeeldhouwde valk die eens zijn gevel sierde en die nu is onderge-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 72