met het Kadaster vervallen. Wel bleef de toelage bestaan voor hen die „koloniale geodesie" studeerden en die zich hadden verbonden gedurende een aantal jaren het Rijk in Nederlands-Indië te dienen. Het is misschien goed hier te vermelden hoeveel moeite Tienstra zich in die tijd heeft gegeven om afgestudeerde landmeters een werkkring buiten het Kadaster te verschaffen en hoe groot zijn in vloed is geweest op de in 1933 opgerichte Vereniging van Civiel- landmeters (thans de Vereniging van Civiel-landmeters en Geode tisch ingenieurs). Het mag algemeen bekend worden geacht dat Tienstra voorstander was van een geodetische opleiding te Delft, een opleiding die haar bekroning zou moeten vinden in die tot geodetisch ingenieur. In zijn streven hiernaar werd hij volledig gesteund door prof. ir W. Schermerhorn (geb. 1894), sedert 1926, na het aftreden van prof. Heuvelink (1861-1949) (35), hoogleraar aan de Technische Hoge school. Zij stonden in hun mening blijkbaar niet alleen. Omstreeks te zelf der tijd n.l. verschijnen in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde twee kritieken op de Wageningse opleiding (36), waarin geklaagd wordt over de te gebrekkige wiskundige scholing van de aanstaande geodeten en over de overbodigheid van het onder wijs in werktuigkunde, houtteelt en bosrenterekening. In deze kri tieken wordt tevens de wenselijkheid uitgesproken om het vak geodetische astronomie in het programma op te nemen en de nood zakelijkheid van een betere praktische vorming. Op voorzichtige wijze lanceert de eerste criticus bovendien de idee om een verplaatsing van de cursus naar Delft in ernstige overweging te nemen (37). In 1934 treft de landmeterscursus opnieuw een ernstige slag door het overlijden van prof. Dieperink (21) die gedurende 15 jaar zijn beste krachten aan de cursus had gegeven. Zijn dood bracht de be slissing over de opleiding tot landmeter in een acuut stadium. Niet zonder strijd is deze beslissing in het voordeel van Delft uitgevallen: bij K.B. van 2 Augustus 1935 Stbl. 492 werd met ingang van 1 Sep- 73

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1955 | | pagina 75