en 1953 Stroe, 1954 Terschelling), terwijl ook thans in 1955, zomer-
oefeningen (in Stroe) hebben plaatsgevonden. Deze hebben zich in
zoverre van de vorige onderscheiden dat nu ook eerstejaars stu
denten er aan hebben deelgenomen. De gemeten objecten waren tot
dusverre terreinen van het Staatsbosbeheer. De kampen zijn uiter
mate nuttig en wat ook belangrijk is prettig. Ik meen wel te
mogen zeggen dat studenten en docenten er de aangenaamste her
inneringen aan hebben.
De oorlogsjaren zijn voor Delft moeilijke jaren geweest. De eerste
botsing met de bezettende macht die ernstige gevolgen voor de studie
had, was op 25 November 1940 toen de Joodse hoogleraren door de
Duitsers werden ontslagen. De studenten antwoordden hierop met 'n
staking en de bezetters hierop weer met een sluiting van de school.
Deze heeft geduurd tot 15 April 1941 (46). In de daarop volgende,
min of meer rustige, periode had (op 16 Juni 1942) de benoeming
tot lector plaats van R. Roelofs (geb. 1905), sedert 1936 hoofd
assistent aan het laboratorium voor geodesie en voor dien landmeter
van het Kadaster in Nederlands-lndië (47). Prof. Schermerhorn
was in die tijd voor het onderwijs geheel uitgeschakeld, daar hij van
Mei 1942 tot Kerstmis 1943 als gijzelaar was geinterneerd in een
kamp in St. Michielsgestel. Ook na de oorlog heeft hij aan het onder
wijs niet meer deelgenomen, doordat het zware ambt van minister
president in het eerste na-oorlogse kabinet hem uiteraard volkomen
opeiste.
De plotselinge arrestatie door de Duitsers van ca. 215 Delftse stu
denten op 6 Februari 1943 (48) betekende nagenoeg het einde van
de studie tijdens de bezettingsjaren. Weliswaar werd aan degenen
die vóór 4 Mei 1943 de zgn. loyaliteitsverklaring hadden onderte
kend, toestemming gegeven de studie voort te zetten, maar in de
praktijk is hiervan weinig terecht gekomen. Tentamens en examens
in die tijd afgelegd door degenen „die getekend hadden" zijn na de
bevrijding zelfs vervallen verklaard.
76