82
maar de gehele Technische Hogeschool de zware slag van het over
lijden van prof. Tienstra. Wat hij als mens en als geleerde heeft be
tekend en hoeveel hij er toe heeft bijgedragen om de vorming van
de Nederlandse geodeten te brengen op het niveau waarop deze zich
thans bevindt, is op uitnemende wijze door zijn vriend prof. Scher-
merhorn beschreven (57). Baarda wordt in zijn plaats in 1952 tot
hoogleraar benoemd (58); diens plaats als lector wordt in hetzelfde
jaar ingenomen door ir G. J. Bruins (geb. 1909), voor dien land
meter van het Kadaster, werkzaam bij de Rijksdriehoeksmeting te
Delft (59).
Met deze personalia zou ik mijn geschiedschrijving over de op
leiding tot geodetisch ingenieur en over hen die bij die opleiding
zo nauw betrokken waren of zijn, kunnen beeindigen. Het was de ge
schiedenis van een taai volgehouden strijd van nagenoeg zestig jaar,
gevoerd door aan hun vak en wetenschap toegewijde idealisten. Hun
idealen evolueerden hoe kon het ook anders met de tijd waar
in zij leefden. Het is tragisch dat datgene wat zij nastreefden en zo
goed mogelijk realiseerden niet meer wordt aangevoeld en ook
niet meer aangevoeld kan worden door hen die nu van de op
leiding profiteren; men aanvaardt die opleiding als vanzelfsprekend.
Doch het leven gaat door, de maatschappelijke behoeften wijzi
gen zich en doen, zoals prof. Roelofs in zijn op 7 Juni 1952 voor de
Nederlandse Landmeetkundige Federatie gehouden rede (60) zeer
terecht opmerkt, noodzakelijkerwijs hun invloed op het onderwijs
gelden.
Daarom is datgene, wat nu is, niet blijvend. Nieuwe denkbeelden,
aangepast aan gewijzigde omstandigheden, zullen ingang vinden als
ze worden gelanceerd door mensen met een scherp verstand en
als het kon met een hart even warm als dat van Tienstra.
Moge de generatie van het thans jubilerende „Snellius", al was
het maar één, zo'n mens opleveren. Het: „Bewaar het pand U toe-
betrouwd" waarmee prof. Tienstra op 2 Februari 1949 zijn rede ter
opening van de studie voor geodetisch ingenieur besloot, zal dan niet
tevergeefs hebben geklonken.