Dit geimproviseerde begin heeft met vrij grote snelheid een vorm
aangenomen, die aanvankelijk de moeite van bestrijding waard ge
acht werd. Alweer, achteraf, is dat verschijnsel niet zo onbegrijpe
lijk: de afstand tussen wat er in de twintiger jaren in de technische
wereld op landmeetkundig gebied gepresteerd werd en hetgeen
een degelijke kadaster-landmeter als de waardigheid van zijn be
roepsuitoefening beschouwde, was dan ook wel enorm.
Toch zijn er aan kadastrale kant ook altijd mensen geweest, die
hun inzicht niet uitsluitend lieten bepalen door het hier gesigna
leerde contrast. Immers, zij begrepen terdege, dat, al moge het be
gin dan geimproviseerd zijn geweest, de poging tot verbetering van
de landmeetkundige praktijk in de technische wereld er niet min
der ernstig door was. Dezulken zagen ook de verschijnselen, die
een zekere belofte inhielden voor een vermindering van de span
ning tussen de landmeetkundige praktijken in de verschillende
sferen. Zij begrepen, dat het ook in de wereld van landmeetkundige
technici van lagere orde een probleem was van doelbewuste oplei
ding en de wil tot verdere ontwikkeling. Zij begrepen daarnevens
echter, dat de verhoging van de maatschappelijke positie van de
landmeter slechts mogelijk was indien een middelbare kracht een
gedeelte van zijn taak zou kunnen overnemen.
Ik heb het voorrecht genoten in deze jaren tussen 1922 en 1955
deze met veel discussie gepaard gaande ontwikkelingsgang persoon-
soonlijk mee te maken. Aanvankelijk, wat mij betreft, misschien ge
stimuleerd door het lagere salarispeil van de lagere krachten, het
geen voor een particulier bureau bepaald wel meetelt, is het toch
al vrij spoedig een zeker inzicht in het maatschappelijk gebeuren
geweest, dat mij tot de overtuiging bracht, dat de aanvankelijk ge-
improviseerde opzet, zij het ook met correctie en versterking op
sommige punten, in de juiste richting voerde.
De leden van Snellius weten zonder twijfel dat er gedurende vele
jaren een strijd gevoerd is om het universitaire niveau van de hoog
ste vorming in de landmeetkundige wereld. In 1934 heeft het Mini
sterie van Financien geweigerd mee te werken aan de instelling van
de studie voor geodetisch ingenieur aan de T.H.
85