complement van de geodetisch ingenieur en is het bestaan van de
laatste eigenlijk niet denkbaar zonder de eerste.
De vraag is nu vanzelf op welke wijze men het arbeidsveld van
beide categoriën moet afbakenen. Ik ben overtuigd, dat tot op ze
kere hoogte 't leven zelf hiertoe de wezenlijkste bijdrage zal leveren.
Dat zal even natuurlijk verlopen als het gehele proces, dat in deze
30 jaren heeft plaats gevonden. Zulke processen hebben een onont
koombaar karakter, dat in de gehele technische ontwikkeling en de
daarmede samenhangende maatschappelijke en sociale ontwikkeling
besloten ligt. Men kan b.v. bij het Kadaster vandaag een bepaalde
verhouding tussen de aantallen geodetisch ingenieurs en middelbare
krachten voor ogen houden. Indien met de verhouding dezer getal
len voor de geodetisch ingenieur echter bij het Kadaster een functie
zou ontstaan, die te dicht nadert tot de ambtsuitoefening van dc
middelbare kracht, dan zal de animo voor intrede bij het Kadaster
vanzelf een rem op deze verhouding zetten, zij het op voorwaarde,
dat er ook elders voldoende emplooi voor de geodetisch ingenieur is
te vinden. Bovendien zou in zulk een geval ook het totale aantal jon
ge mensen, dat de geodetische studie verkiest, eveneens geremd
worden door de vergelijking van de beroepsuitoefening van een
geodetisch ingenieur bij het Kadaster met die van b.v. een civiel-in-
genieur. Op deze wijze ziet men twee natuurlijk werkende remmen
op het aantal geodetisch ingenieurs, die vanzelf drijven naar opvul
ling van het hierdoor onvermijdelijke tekort aan geodetisch inge
nieurs met middelbare krachten, d.w.z. herstel van een zodanige
taakverdeling, dat de functie van geodetisch ingenieur, ook bij het
Kadaster, aantrekkelijk wordt. Ik heb niet de indruk, dat men overal
de invloed van deze beide remmen onderkent.
Intussen is een ander gevaar denkbaar, n.l. dat men de opleiding
van de middelbare kracht aan de MTS te zeer opschroeft. In het
bijzonder in de landmeetkundige wereld zou dit verschijnsel nog
funester zijn, dan bij andere technische beroepen.
Ik hoop dat diegenen, die verantwoordelijk worden voor het pro
gramma aan de MTS zich het funeste effect van een dergelijke opge
schroefde middelbare opleiding terdege bewust zijn. Men zou dan
87