Groei in en om „Snellius"
Een nieuw lustrum van „Snellius", derde in de reeks, tweede met
een gedenkboek.
Kon in het eerste gedenkboek bij de titel „Feest" van de inleiden
de beschouwing nog gedacht worden aan de taart met tien kaarsjes
van een kinderverjaardag, een jongeling van vijftien jaren begint de
taart met vijftien kaarsen te ontgroeien. Welk een verschil toch tus
sen tien en vijftien jaar, een verschil in karakter van de spelen, een
verschil in karakter van de speler. Het kind groeit tot man, een ze
kere stabilisatie in uiterlijke vorming zal te bespeuren zijn. Zeker
geldt dit voor ons aller kind „Snellius".
Maar ook de naaste omgeving van „Snellius", de opleiding tot
geodetisch ingenieur, toont tekenen van stabilisatie. De vijfjarige
opleiding begint zijn kinderziekten te boven te komen. Was er in
1950 nog een zoeken en tasten, in 1955 ziet men een doelbewust
voortschrijden naar een in de nabije toekomst te bereiken doel. Ze
ker, men kan opmerken dat de stabilisatie enigszins eenzijdig tech
nisch geodetisch is, maar zien wij niet juist bij dit lustrum de intrede
van een nieuwe figuur, de hoogleraar in planologische geodesie? En
wordt niet gezocht naar een nog meer verantwoorde plaats van het
recht in de opleiding tot geodetisch ingenieur?
Het is een moeizaam werk de juiste weg te vinden voor de ont
wikkeling van een nieuwe opleiding of beter gezegd van een oplei
ding die een nieuw karakter heeft gekregen. Is de afstemming op de
behoeften van de maatschappij goed? En heeft men evenwicht be
reikt tussen de theoretische en de praktische kanten van de op
leiding?
Hier past een woord van dank voor de medewerking ondervonden
van bestuur en leden van „Snellius". Deze medewerking heeft de
opbouw mogelijk gemaakt van een belangrijk deel van de praktische
vorming van de student in eerst twee, nu drie achtereenvolgende
7