o
groot op afstanden van 70 a 100 km tot een zender. Bij systemen welke op
rond 2 Mc/s werken (A^150 m) zullen bovengenoemde afstanden zowel
overdag als des nachts iets kleiner zijn; bij het gebruik van zeer lage fre
quenties (10 a 14 kc/s) zijn die afstanden aanzienlijk groter, doch die
frequenties zijn om verschillende redenen niet geschikt voor survey-
systemen.
Naast V speelt uiteraard ook de baankromming een rol bij het herleiden
van de gemeten afstand tot de gezochte ellipsoïde-afstand. Reeds is ver
meld, dat die kromming in hoge mate afhankelijk is van De kromming
is uit overwegingen van theoretische aard met redelijke nauwkeurigheid
te berekenen en is - vooral op de lagere frequenties - weinig gevoelig
voor veranderingen in de meteorologische toestand.
Zoals reeds is opgemerkt, is V een functie van de diëlektrische constanten
s en de elektrische geleidingsvermogens a van de atmosfeer en van het
terrein waarover de radiogolven zich voortplanten, van de atmosferische
brekingsindex JV, van turbulentie in de atmosfeer en van/. De turbulentie
en N zijn alleen van praktisch belang bij de zeer hoge frequenties welke
b.v. bij Shoran en Hiran en nog meer bij de tellurometer en Hydrodist
gebruikt worden.
In het kader van dit artikel kan slechts een korte beschouwing gewijd
worden aan de voornaamste parameters, zijnde en het elektrisch ge
leidingsvermogen van de grond o.
a wordt gewoonlijk uitgedrukt in electro-magnetic units (e.m.u.). Be
palend voor energieverliezen - en daardoor ook voor V - is de diepte tot
waarop nog energie uit de golf geabsorbeerd wordt. Blijkens onder
staande tabel is dit sterk afhankelijk van zowel als van o.
101
penetratie in meters
or=5 X 10-11
<7=10-13
2)
cr=5 X 10-14
3)
<r=10-14
4)
a— ÏO-15
5)
10 kc/s
2
50
115
150
300??
100 kc/s
0,7
15
40
50
100??
3 Mc/s
0,2
5
13
17
35??
10 Mc/s
2
7
9
20??
1) zeewater; 2) moeras; 3) polderland; 4) droge grond; 5) droog woestijnzand en
kale rots.