Uit metingen zijn wereldkaarten samengesteld, welke het „mean atmos pheric noise level" geven voor de verschillende seizoenen en verschillende uren van de dag. Over het algemeen stijgt het noise level sterk na om streeks 15 uur en is gedurende de gehele nacht vrijwel maximaal. Er zijn uiteraard geen middelen om dit soort ruis te beperken. Het enige wat men kan en moet doen, is het effect ervan op de gewenste informatie zoveel doenlijk te verkleinen. Tot op de grootst gewenste bereiken moet voor de ongunstigste uren ge streefd worden naar een zodanige signaalsterkte van de gewenste infor matie, dat de ontvanger voldoende en (zoveel mogelijk) storingsvrij be krachtigd wordt. Met andere woorden, men moet trachten ervoor te zor gen dat de verhouding received signal total noise steeds voldoende groot is. Men heeft het - min of meer - in de hand om de storingsbronnen 12 en 3 te verkleinen en verder moet men trachten de teller van de breuk te vergroten en/of de noemer te verkleinen. Het vergroten van de teller kan geschieden door opvoeren van het zend- vermogen, doch de praktische mogelijkheden in die richting zijn gering, aangezien daartoe grotere en kostbaarder antennesystemen nodig zijn en men bovendien al gauw op de moeilijkheden stuit welke genoemd werden in paragraaf 4, vooral in landen met intensief radioverkeer. Hoewel de atmosferische ruis zelf niet verminderd kan worden, is er echter toch een zeer effectief middel om het effect ervan te verminderen en zodoende de noemer te verkleinen. Dit middel berust op het volgende de elektrische ontladingen in onweersbuien produceren als het ware radiogolven op vrijwel alle frequenties. Van deze totale ruis kan men het storende effect beperken door gebruik te maken van een zo nauw moge lijke band van de ontvanger; het is duidelijk, dat in een ontvanger met 30 cycle bandbreedte (Decca) minder atmosferische ruis zal binnendrin gen dan in één met een bandbreedte van b.v. 1000 cycle (Lorac). Dit is eigenlijk het enige efficiënte middel om de breuk zo groot mogelijk te maken. Nauwbandige ontvangers kunnen vanzelfsprekend alleen gebruikt wor den bij systemen met nauwbandige zenders, zodat om die reden de sy stemen welke op continue, öftgemoduleerde golf werken, sterk in het voordeel zijn. Gebruikt men dan nog de langere golven (b.v. rond 100 kc/s), dan heeft men niet alleen geringe uitgestraalde energie 108

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 109