"7^\ IH0 >- 8f( Il3.fi k.c) 24f I8f I8f l X2 l ontvanger antenne 6f(ö5k.c.) (f=l4,l0kc) Fig. 5 9f (l27,5k.c.) Fr; 3 X 6met 2 X 9/ .18/ FG en 5 X 6met 6 X 5 30/ FP; zie fig. 5. Hoewel dus alle zenders op ongelijke frequenties uitstralen, bereikt men hetzelfde resultaat, als zouden (M en R), (M en G) en (M en P) ieder uitgezonden hebben op dezelfde ,,vergelijkings" (comparison) frequen ties Fr, Fg en FP, welke dan aanleiding geven tot het ontstaan van hyperbolische interferentiepatronen. Op deze F's meet de ontvanger faseverschillen in de rode en groene (resp. purple) patronen, welke worden aangegeven op indicatoren, welke men decometers noemt. In verband met de faseverschilmetingen op F, dienen de kaartpatronen (par. 8) berekend te worden voor FR, FG en FP. 113 decometers x3 (IBJ) (MO) (255) (255) 1 1 61 f 9f (8: (1275) 1 rj'} /M\ Wat natuurlijk niet mogelijk zou zijn, omdat de ontvanger dan Master en slaves niet zou kunnen scheiden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 114