straalt bovendien tegelijkertijd twee frequenties uit, welke ongeveer
3000 c/s uit elkaar liggen.
Voorbeeld van frequenties:
A. 1 994 000 c/s en 1 997 000 c/s A
A 40 c/s
B. 1 994 040 c/s en 1 996 960 c/s J
C. 2 000 000 c/s en 2 003 000 c/s 1 ,A
D. 2 000 040 c/s en 2 002 960 c/s J
In de ontvanger worden de faseverschillen gemeten op de zwevings-
frequentie („beat frequency") van 40 c/s, doch de techniek daarvan is
zodanig, dat de indicatoren faseverschillen aangeven in de voor 1994
kc/s, resp. 2000 kc/s, geldende patronen, waarvan de lanebreedte op de
basislijn dus ongeveer 75 m is, welke de faseverschilmeter wederom in
100 delen kan verdelen, zodat de afleesnauwkeurigheid 3/4 m is.
Weliswaar worden ongemoduleerde golven gebruikt, doch de noodzaak
om de beat frequencies te kunnen ontvangen maakt een 150 c/s brede
ontvangstband noodzakelijk voor elk van de combinaties AB, CD, (EF).
In beginsel schijnt het mogelijk te zijn B met C (resp. D met E) te com
bineren; toepassingen zijn niet bekend.
Het aantal gebruikers is onbeperkt en onder overigens gelijke omstandig
heden is het bereik hetzelfde als dat van andere op 2 Mc/s werkende
systemen met vergelijkbare bandbreedte.
Een voordeel van de gescheiden basislijnen is dat men de opstellingen
dikwijls zó kan kiezen, dat - meetkundig bezien - goede snijdingen ver
kregen worden. Aangezien de meetnauwkeurigheid echter 0,01 lane
blijft, gaat dit voordeel weer in belangrijke mate verloren omdat de lanes
bij dergelijke korte basislijnen (^10 km) zeer snel breder worden (grote
„lane expansion factor").
10.5 Toran. Dit is ontwikkeld door de Compagnie Générale Géophy-
sique, Paris. Het is een faseverschilsysteem, werkende op continue,
ongemoduleerde golven; de frequenties liggen in de buurt van 2 Mc/s.
Twee zenders A en B werken op een 100 c/s verschillende frequentie en
de ontvanger meet het faseverschil op de beat frequency van 100 c/s.
Twee andere zenders C en D werken op dezelfde wijze, doch op ongeveer
3000 c/s verschillende frequenties. B en C kunnen niet gemeenschappelijk
zijn en moeten meerdere kilometers uit elkaar worden opgesteld.
Bij een dergelijk systeem kunnen de faseverhoudingen alleen constant ge-
119
1 /I 40 r/s