richt zijn, zodat op een zich bewegend vaartuig periodieke bijrichting noodzakelijk is. Nabij de kust - waar de richtingen sneller veranderen - kan men reflectoren met grotere opening gebruiken; weliswaar spreidt de energie dan over een wijdere bundel, doch op de kleinere afstan den blijft dan toch nog genoeg energie over. Automatisch radiogra fisch richten is in beginsel mogelijk, doch wordt zeer ingewikkeld en daardoor kwetsbaar; het is nog niet toegepast. Ook automatische regis tratie van de afstanden is in beginsel mogelijk, doch eveneens nog niet toegepast. De meetnauwkeurigheid wordt opgegeven van de orde van één meter te zijn. Het bereik is afhankelijk van de hoogte van de opstellingen, d.w.z. bij normale refractie 10 a 20% meer dan dat van lichtstralen. Super refractie en subrefractie kan - evenals bij radar - grote invloed hebben op het bereik. Hydrodist wordt tot nu toe gebruikt zonder daarvoor bij de P.T.T. fre quenties aan te vragen. Bij gebruik op enigszins grote schaal zal nage gaan moeten worden of de frequentie niet binnen de internationaal voor radar aangewezen band valt. Vanwege de gebruikte modulaties heeft de ontvanger een brede band, zodat in gebieden met drukke scheepvaart wellicht storingen door scheepsradars zouden kunnen optreden (de meeste scheepsradars werken echter op 3 cm). Hydrodist is één van de systemen welke bedoeld zijn voor kleine projecten. Het is een single user systeem. Een tweede stel van twee Masters zou op dezelfde frequenties kunnen werken, doch dan zou een zeer ingewikkeld systeem van time sharing nodig zijn. De enige praktische oplossing voor een tweede gebruiker in hetzelfde gebied, is het aanschaffen van een complete apparatuur (bestaande uit vier zenders) op andere frequen ties. Hydrodist is o.a. door de Britse Hydrografie onder gunstige omstandig heden (veel zeegang en daardoor niet te veel swing) beproefd. Bij kalme zee lijkt het waarschijnlijk dat dezelfde soort moeilijkheden zullen worden ondervonden als bij zgn. Ramark navigatiebakens (10 cm en 3 cm), zijnde dode zones waarin het signaal wegvalt doordat rechtstreekse en door het zeeoppervlak teruggekaatste golven ongeveer een geheel aantal malen 180° in fase verschillen; is dit niet het geval, dan zou onder be paalde omstandigheden een grote swing kunnen optreden (b.v. bij vlakke zee). 125

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 126