tweemotorige vliegtuigen van middelmatige grootte en betrekkelijk lage
vliegsnelheid. Voor militaire verkenningsvluchten worden uiteraard
geheel andere vliegtuigen ingezet zoals snelle, zeer laag vliegende straal
jagers en grote zeer hoog vliegende verkenningsvliegtuigen. In hoeverre
raketprojectielen en kunstmatige satellieten als dragers der luchtcamera
in aanmerking kunnen komen zal de toekomst moeten leren.
2 De instrumentatie in de hedendaagse luchtfotografie
Wij gaan thans in het kort na welke camera, welke fotografische materi
alen en welke methodes ter bepaling van de camera-oriëntering tijdens
de vlucht gebruikt worden bij de produktie van luchtfoto's ten behoeve
der civiele kaartering.
2.1 Camera's
Een der belangrijkste criteria bij de keuze der opnamecamera is de
verhouding van de opnemingsbasis (afstand tussen twee opeenvolgende
opnemingsstations) tot de vlieghoogte; de waarde van deze verhouding
speelt immers een grote rol bij de te bereiken nauwkeurigheid in de
hoogtemeting. Indien deze nauwkeurigheid groot moet zijn, zal de
brandpuntsafstand klein moeten zijn ten opzichte van het gebruikte
beeldformaat en daarom valt vaak de keuze op een wijdzicht camera.
Hierbij is de brandpuntsafstand circa 2/3 van het beeldformaat. Aange
zien dat in vele gevallen 23 x23 cm (9"x9") is, zal in die gevallen een
van circa 15 cm (6") gekozen worden. De maximum beeldhoek is hierbij
circa 90°. In die gevallen waar de planimetrische nauwkeurigheid hogere
eisen zal stellen dan de nauwkeurigheid der hoogtemeting, zal een rela
tief langere brandpuntsafstand gekozen worden. Dit is b.v. het geval bij
fotografische opneming ten behoeve van kadastrale plans, ter constructie
van fotomozaïeken etc. Ook een relatief veel kleinere brandpuntsafstand
wordt in bepaalde gevallen gekozen; de Wild superwijdzicht camera
b.v. heeft een beeldhoek van 120°, doordat haar Super Aviogon lens
voor een beeldformaat van 23 cm een brandpuntsafstand 88,5 mm
heeft.
Indien een filmcamera gebruikt wordt moet de film-aanzuigplaat vlak
zijn binnen een tolerantie van 0,01 mm. Zowel bij filmcamera's als bij
platencamera's behoren randmerken aanwezig te zijn om de ligging
van het hoofdpunt aan te geven.
151