Een fotogrammetrische camera behoort gekalibreerd te zijn, zodat de ligging van het hoofdpunt ten opzichte van de randmerken bekend is met een tolerantie van 0,01 mm, de gekalibreerde beeldafstand („principal distance") berekend is eveneens binnen 0,01 mm en de lensvertekening bekend is in microns. Een luchtcamera behoort voorzien te zijn van een centrale sluiter welke een grote efficiënte werkingsgraad heeft en belichtingstijden van 0,01 tot 0,001 sec toelaat. Langere belichtingstijden zijn uiteraard uitgesloten, vanwege het gevaar van onscherpte ontstaan door beweging in de vlucht. Om dezelfde reden moet de camera ook volkomen trillingsvrij in haar ophanging gemonteerd worden, waarbij de werkingsgraad der trillings demping aan elk type vliegtuig afzonderlijk dient aangepast te worden. De ophanging is cardanisch uitgevoerd zodat de camera-as kan ingesteld worden in een zo goed mogelijk verticale stand. De verticaliteit is een belangrijk punt waarop wij later nog terugkomen. De bediening van deze camera's met betrekking tot de sluiter, het film transport, vacuümbediening, verlichting van randmerken, verlichting van hulpinstrumenten, tijdsinterval tussen twee opnemingen, enz., ge schiedt geheel elektrisch en automatisch; aan de elektrisch-mechanische constructie van de moderne luchtcamera worden zeer hoge eisen gesteld. Dit, tezamen met de hoge eisen aan meetkundige nauwkeurigheid en aan beeldkwaliteit, maakt dat luchtcamera's precisie-instrumenten zijn van hoge waarde. 2.2 Fotografische materialen In de luchtfotografie worden speciale materialen gebruikt waarvan wij in dit verband de beeldvormingseigenschappen der emulsies buiten beschouwing zullen laten en ons beperken tot een opmerking betreffende de maatvastheid. In de meeste gevallen wordt als negatief-opnemingsmateriaal film ge bruikt op rollen van 60, 100 of 150 m lengte. De breedte is meestal 12 of 19 of 24 cm. De filmbasis waarop de emulsie gegoten is, is uiteraard plas tisch materiaal en qualitate qua niet absoluut maatvast. Zij is onderhevig aan dimensie-veranderingen die zowel veroorzaakt worden door tem peratuurverschillen als door vochtverschillen alsook door mechanische spanningen. Het is onmogelijk om deze foutenveroorzakende factoren geheel te vermijden tijdens het opnemings- en ontwikkelingsproces, 152

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 153