Met de vertekening van de opnamecamera handelt men verschillend. In
sommige instrumenten, zoals b.v. de Kelsh, is een speciale mechanische
inrichting voor compensatie van de vertekening aangebracht, in andere
gevallen gebruikt men diapositieven die praktisch vertekeningsvrij zijn
gemaakt tijdens de vervaardiging uit het originele negatief. Men kan
veilig stellen, dat dit type instrumenten met fotopaar-projectie, ondanks
daartegen in te brengen bezwaren, vooral met het oog op de relatief lage
aanschaffingsprijs de grootste verspreiding in de wereld hebben gevonden.
C. Instrumenten voor de beeldenpaarmethode met mechanische projectieZoals
bekend beperken deze zich naast een paar typen van de SOM in
hoofdzaak tot de produktie van Wild en Galileo-Santoni. Er is in de
jaren tussen 1926 en de tweede wereldoorlog een zeer heftige, zij het ook
geleidelijk afnemende, discussie gevoerd tussen de producenten van dit
type en die welke de optische projectie toepassen. Immers, in eerste aan
leg zou men kunnen vaststellen, dat het systeem van mechanische pro
jectie gevoeliger moet zijn en eerder onderhevig aan slijtage en moei
lijkheden dan die systemen, die slechts gebruik maken van een lichtstraal,
waarmee toch eigenlijk niet veel kan gebeuren. Reeds in de aanvang was
deze discussie vrij onvruchtbaar en het is dus ook wel begrijpelijk, dat
deze op het ogenblik niet meer gehoord wordt. Immers, bij de apparaten
met directe optische projectie zonder tele-systeem, treden andere moei
lijkheden op, voortvloeiend uit het daarbij meestal toegepaste waar
nemingssysteem (anaglyfen-methode e.d.) welke ten gevolge hebben,
zoals de ervaring leert, dat de nauwkeurigheid van dit type instrumenten
niet groter, doch kleiner is dan die welke mechanische projectie toepassen.
Dat men bij de directe optische projectie dan bovendien nog gelimiteerd
is in de mogelijke vergroting van de schaal van negatief naar die van de
kaart tot 4 a 5 maal is een ander ongunstig verschijnsel. Vergelijkt men
daarnaast de mechanische projectie met optische projectie onder toe
passing van een tele-systeem, dan is het duidelijk, dat men in dit laatste
wel de genoemde bezwaren elimineert doch tegelijk een foutenbron in
troduceert, die eveneens van mechanische aard is. Nog belangrijker is
echter het feit, dat de nauwkeurigheid, die men bij instrumentenbouw
nu in het algemeen kan bereiken, benevens de stabiliteit van het gebruikte
materiaal, zodanig is, dat de fouten die daaruit voortvloeien, op het
ogenblik beneden de grenzen gekomen zijn van de fouten, die uit de
165