In wezen verschilt de door Snellius gevolgde methode van de meting van een gedeelte van een meridiaan weinig van die van zijn grote voor ganger uit de Griekse oudheid. Evenals Eratosthenes bepaalt ook hij uit het breedteverschil van 2 plaatsen die nagenoeg op dezelfde meridiaan liggen, en uit de afstand tussen die plaatsen de lengte van de meridiaan- boog. Het grote verschil evenwel met de werkwijzen van Eratosthenes en Fernel is dat Snellius, als eerste ter wereld, de lengte van die boog bepaalde door middel van een triangulatie, de meting van een net van driehoeken dat tussen Alkmaar en Bergen op Zoom werd gelegd. Uit de gemeten hoeken van die driehoeken en uit de lengte van een zijde van een van die driehoeken kan men de afstand van Alkmaar naar Bergen op Zoom vervolgens door berekening vaststellen. Bovendien is Snellius de eerste geweest die de lengte van een van de zijden van een driehoeksnet heeft bepaald op een wijze die thans nog als de enig juiste wordt geoordeeld. Door het meten van een betrekkelijk korte, juist gekozen basis en door het uitvoeren van hoekmetingen heeft hij nl. de gemeten lengte door berekening op die zijde overgebracht. Het is een grote verdienste van Snellius dat hij onmiddellijk heeft inge zien dat de door hem bij zijn meting gebruikte eenheid van lengte, de Rijnlandse roede, goed gedefinieerd moest worden. Hij heeft daaraan dan ook, veel meer dan iemand anders vóór hem, zeer veel zorg besteed. Desondanks is, zoals Dr. J. D. van der Plaats in zijn uitstekend en zeer uitvoerig artikel „Overzicht van de graadmetingen in Nederland" [19] opmerkt, de lengte van de door Snellius gebruikte roede niet precies bekend [20]. De lengte van deze Rijnlandse roede ligt echter binnen heel wat engere grenzen dan die van het Griekse stadion, de standaard- maat van Eratosthenes. De lengte van de roede, zoals die in februari 1808 officieel is vastgesteld bedraagt 3,76737 meter. Van der Plaats meent echter dat in Snellius' tijd deze maat iets kleiner was [21]. Hij becijfert haar op ongeveer 3,7635 meter. In Jordans „Handbuch der Vermessungskunde" vind ik bij een be schrijving van de triangulatie van Snellius dat een roede 3,7662420 m zou zijn [22]. Gelukkig zijn de tegenstrijdigheden niet al te groot en in elk geval niet van overwegende invloed op de bepaling van de nauw keurigheid waarmee Snellius heeft gewerkt. Om afstanden die door Snellius zijn bepaald te vergelijken met de 17

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 18