berichten aan zeevarenden te worden gecorrigeerd en aangevuld; 5. door de voortdurende veranderingen van de zeebodem dient een eenmaal in kaart gebracht gebied periodiek te worden gecontroleerd en de desbetreffende kaart te worden herzien; 6. bij de hydrografische opnemingen spelen de weersomstandigheden (wind en zicht) een belangrijke rol, zodat in de gematigde luchtstreken alleen in de zomer en in de tropen alleen bij bepaalde moessons of kenteringen op een terrein kan worden gewerkt. Het bovenstaande houdt onder meer in, dat een opnemingsvaartuig dat op een terrein arriveert, geen tijd te verliezen heeft en over het algemeen dus niet in staat is een triangulatienet op te bouwen volgens de werk methode van het grote naar het kleine. Integendeel is een kenmerkend verschijnsel van een hydrografische opneming in gebieden waarin zich nog geen triangulatienet bevindt (Nieuw Guinea bijvoorbeeld), dat de detailmeting, of zoals dat bij de Koninklijke Marine heet: ,,het loding- werk", de hydrografische triangulatie op de voet volgt. Terwille van een zo efficiënt mogelijk gebruik van de beschikbare voor het lodingwerk te gebruiken - motorsloepen zal de commandant van een opnemings vaartuig er zelfs naar streven de triangulatie vooral niet te ver vóór het lodingwerk te doen uitsteken. Dat deze werkmethode enkele bijzondere gevolgen met zich meebrengt is begrijpelijk. Vaak komt het voor, dat een kusttriangulatie wordt afge sloten door aansluiting aan een triangulatiepunt van hogere orde, terwijl al het lodingwerk dat op die kusttriangulatie berust al is verricht. Ook het meten van controlebases en azimuths maakt vaak correcties op een reeds voor de detailmeting gebruikte triangulatie noodzakelijk. Behalve dat deze werkmethode haar weerslag geeft bij de compilatie van de uiteindelijke zeekaart, wordt ook het instrumentarium van de hydrografische opnemer erdoor beïnvloed. Doch alvorens hier verder op in te gaan, verdient het aanbeveling nog eerst iets te zeggen over het economisch nut van die zeekaart. In het voorgaande betoog is reeds ge bleken, dat een zeekaart een conditio sine qua non is voor de veiligheid van schip en bemanning. Dat betekent, dat een schip dat met lading op weg is naar een land waarvan de kusten op betrouwbare wijze zijn ge- kaarteerd, een lagere verzekeringspremie voor de lading behoeft te be talen dan wanneer het die lading moet brengen naar kusten die minder betrouwbaar in kaart zijn gebracht. Deze verzekeringspremies drukken 193

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 194