Het kan zelfs zo zijn, dat scheepvaartmaatschappijen weigeren goederen op de prijs die men voor de ingevoerde goederen moet betalen in het land van bestemming, zodat de betrouwbaarheid van een zeekaart recht streeks op het prijspeil inwerkt. In een land met veel export zal op de zelfde wijze deze zeekaart invloed uitoefenen op de prijs die het uitge voerde produkt in het land van bestemming moet opbrengen, zodat in dat geval de betrouwbaarheid van de zeekaart invloed heeft op de con currentiepositie. te verschepen naar gebieden waarvan de kusten en toegangen onvol doende, of in het geheel niet in kaart zijn gebracht. Dit kan dan de open legging van minder ontwikkelde gebieden ernstig vertragen. Het is dan ook zeer toe te juichen dat men bij de voorbereidende werkzaamheden voor de openlegging van Nederlands Nieuw Guinea niet alleen heeft ge dacht aan de luchtkaartering van dat land, maar evenzeer aan de zee- kaartering. Alle aanvoergebieden voor Nieuw Guinea liggen overzee, zodat het overgrote deel van alle goederen die moeten worden geïmpor teerd over zee moeten worden vervoerd. Veiligheid van die zeewegen is daarom van eminent belang. Behalve dus, dat de hydrografische opnemer voortdurend wordt voort gestuwd door zijn besef dat hij de veiligheid van de scheepvaart mede helpt verhogen, ontvangt hij een extra stimulans uit de wetenschap dat zijn werk een direct economisch belang vertegenwoordigt, dan wel de openlegging van een achtergebleven gebied mede helpt mogelijk maken. Dan nu de methoden en instrumenten die de hydrografische opnemer gebruikt om zijn werk uit te voeren. Zolang het puntennet benodigd voor zijn detailwerk, het lodingwerk, op het land is gelegen, verschillen de methoden niet of niet veel van die van de geodetisch ingenieur, al thans niet voor wat betreft de vastlegging van dat puntennet. In Neder land is daarbij de bepaling van een puntennet overbodig en wordt alleen op de bekende manier daar waar nodig door achterwaartse insnijding een verdichting aangebracht. In Nieuw Guinea wordt de triangulatie op het land eveneens volgens de klassieke methode begonnen en uit gebreid. Indien echter het lodingwerk zich zover in zee uitstrekt dat de op het land geplaatste signalen minder goed zichtbaar worden of onder de kim verdwijnen, dan moet de hydrografische opnemer zijn toevlucht zoeken tot enkele specifiek hydrografische oplossingen van het probleem van 194

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 195