Decca, enz. Het is echter niet de bedoeling, dat die ook in deze inleiding worden behandeld. Wel zal nog in het kort iets worden gezegd van enkele speciale hydrografische instrumenten, nl. de stroommeters, de bathy- thermograaf en het diepzeedraadlood. Stroommeters worden gebruikt voor het registreren van de stroomrich ting en -snelheid van het zeewater over perioden van dertig dagen. Hier uit kunnen stroomconstanten worden berekend, die gebruikt worden voor de stroomvoorspellingen in stroomtafels of -atlassen. Stroommeters zijn nog aanzienlijk minder betrouwbaar dan de bodempeilschalen. Dit komt voornamelijk, omdat in een stroommeter simultaan een drietal grootheden moet worden waargenomen en geregistreerd, nl. de tijd, de stroomrichting en de stroomsterkte. Stroommeters zijn zeer duur en hebben in de regel een beperkt registratiebereik, althans voor wat betreft de stroomsnelheid. De bathythermograaf is een instrument, dat bij vaartlopend schip tot 250 meter onder het schip kan worden afgevierd en daarbij een curve op tekent, die het functioneel verband aangeeft tussen waterdiepte en watertemperatuur. Dit is geen hydrografisch gegeven in de strikte be tekenis van het woord, doch eerder een oceanografisch gegeven. De grens tussen hydrografie en oceanografie is echter niet zo scherp aan te geven. Bathythermografische gegevens hebben bovendien een militaire waarde en worden uit dien hoofde mede door hydrografische opnemings vaartuigen verzameld. Het diepzeedraadlood was, vóór de invoering van het diepzee-echolood, het enige instrument om grote diepten te meten. Thans, nu er betrouw bare diepzee-echoloden bestaan die ook de grootste diepten in zeer korte tijd kunnen meten, is de waarde van het diepzeedraadlood enigszins ver minderd en wordt het gebruikt als reserve lodingstoestel, terwijl het tevens kan worden benut om grondsoort-gegevens te verzamelen. Wij dienen ons namelijk te realiseren dat bij alle reusachtige voordelen van het echolood er één ding niet mee mogelijk is, nl. een inzicht te krijgen in de grondsoort. Om allerlei redenen is kennis van de grondsoorten van groot belang en hier kan het draadlood uitkomst bieden. Het draadlood voor grote diepten bestaat uit een lood van 12, 24, 36 kg of meer, dat aan een dunne stalen draad over een meetkop wordt afge vierd. De meetkop registreert het aantal eenheden, tientallen, honderd tallen en duizendtallen meters draad dat is uitgelopen en activeert tevens 200

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 201