vestigd, welke gegevens leveren die echter alle behoren tot de oceano-
grafische gegevens en daarom hier verder niet in bespreking komen.
En hiermede is een eind gekomen aan de behandeling van het instru
mentarium van die bijzondere geodeet die zich met de onderwatertopo-
grafie bezig houdt. Veel van zijn instrumenten, zoals de theodolieten,
waterpasinstrumenten, tijdmeters, chronografen, invardraden en derge
lijke zijn geheel gelijk aan die van de geodeet die zijn werk op het land
verricht. Het hierboven gegevene zal mogelijk hebben bijgedragen tot een
beter inzicht in de eisen die aan de hydrografische opnemer worden ge
steld alsmede aan het door hem af te leveren werk. Alleen door iets over
dat werk te zeggen kon iets worden verklaard van het vaak - in de ogen
van de geodeten - eigenaardige instrumentarium waarvan de hydrograaf
zich bij zijn werk bedient.
Uiteraard is deze inleiding niet volledig. Er zijn nog verschillende andere
instrumenten aan boord van een opnemingsvaartuig waarvan de geo
detisch ingenieur beslist niet direct het nut zou vermogen in te zien.
Maar de voornaamste zijn hierboven toch de revue gepasseerd. Het
hydrografische instrumentarium is een mengeling van navigatorische en
geodetische instrumenten, zoals ook de hydrografische opnemer een zee
manskern en een geodetische kern bezit. De zeemanskern brengt hij als
zeeofficier reeds mee; deze kern behoeft bij de hydrografische dienst
slechts gepolijst te worden. Een geodetische kern moet hem tijdens zijn
dienst aan boord van opnemingsvaartuigen worden ingebracht. Een
goede hydrografische opnemer is echter een produkt van kernfusie
202