worden. Men horizonteert hetinstru- Voor de detailopname van de werk punten bedient men zich van de op- hangtheodoliet (fig. 2). Dit is een minder nauwkeurig instrument dan de theodoliet. De horizontale rand kan met behulp van een nonius op 5' afgelezen en op 2'30" geschat ment door middel van een doosni veau met een hoekwaarde van 8'. De ophangtheodoliet kan onder zeer ongunstige omstandigheden worden gebruikt. Men past dwangcentre- ring toe door pinnen en/of klemmen op de gunstigste plaatsen aan de ondersteuning te bevestigen. Deze pinnen en klemmen hebben een as waarop signalen en ophangtheodo liet passen. De horizontale rand is De °P^ian§t^eodoliet op voorstel van Prof. Grond verdeeld in dubbelgraden. Stelt men het argument van de eerste (uitgangs)lijn in, en repeteert men de hoek, dan vindt men, nadat men de tweede maal op het tweede punt heeft gericht, het argument van de tweede lijn als aflezing. De ophangtheodoliet is eveneens voorzien van een verticale rand die men gebruikt voor eenvoudige goniometrische waterpassingen. Deze water passingen worden veelvuldig gedaan in de werken in de laag zelf ter bepa ling van de hoogtelijnen van de laag. De profielen en hoogtepunten in de horizontale vervoerwegen waterpast men geometrisch. In het buitenland zijn ook ophangtheodolieten geconstrueerd waarmee men een hogere nauwkeurigheid kan bereiken. Men gebruikt deze in strumenten daar, waar in Nederland met gewone theodoliet en eenpoot wordt gemeten. Het nadeel van de ophangtheodoliet is dat men bij nor maal gebruik geen meetpunten verzekert. Bij de opmetingen van de zich steeds verplaatsende werkfronten is dat niet van belang; deze metingen dienen immers voor het maken van een momentopname. Van de meet lijnen in de galerijen wenst men zich vaker te bedienen, zodat daar een deugdelijke puntenverzekering van belang is. 204

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1960 | | pagina 205